Ménage a trois
'Groot, woest en pikzwart, zonder een enkel wit haartje,' rapporteerde de een.
'Klein, zachtzinnig en pikzwart zonder een enkel wit haartje,' rapporteerde de ander.
'Een brede kop met fonkelogen en pikzwart zonder een enkel wit haartje,' kwam opnieuw de eerste rapporteren.
'Een kleine kop met smacht-ogen en pikzwart zonder een enkel wit haartje,' vulde de ander zijn berichten aan.
'Pikzwart zonder een enkel wit haartje': was de grootste gemene deler tussen al deze zo uiteenlopende factoren en daarmee vergenoegden we ons, niet wagend te beslissen in de afmetingen van de kop en de uitdrukking der ogen, gedachtig aan de vormversmelten-de eigenschappen van sneeuw en aan de Onbetrouwbaarheid van Getuigenverklaringen (lees professor Van der Aa en herinner u de Moord in de Sneltrein). De scherpzinnige lezer heeft ongetwijfeld reeds begrepen, dat er hier kwestie is van de aanbidder van onze Mi-noe. Inderdaad, koude en sneeuw ten spijt, de Roepstem van de Natuur weerklinkt alom uit onze stille, witte tuinen (voornamelijk in het koolveld achter de molen) en een, naar gelang der stemmingen en temperamenten, woest-smachtende of teder-wanhopige muziek begeleidt onze bescheiden avondwandelingen naar de Leeszaal, waar we 'Joseph Andrews' voor 'Tristram Shandy' ruilen, want tot Fielding en Sterne, tot het achttiende-eeuwse Engeland, keert de buitenmens in het stille seizoen terug!
Behalve de langer bekende en meer besproken kwaliteit van 'pikzwart zonder een enkel wit haartje' vertoonde Minoe's 'galant' ditmaal voor het eerst de merkwaardige eigenschap van overal tegelijk te kunnen zijn. Bijna op hetzelfde ogenblik, dat de een zijn groene ogen zag fonkelen door het keukenraam, signaleerde hem een ander rechtop onder de kleine tuya aan de andere kant, op de hoek van het terrasje gezeten, fier rechtop als een afgodsbeeld, de mollige zwarte
46