elk zijn toegewezen plaats en aandeel heeft, waaraan dus elk zijn betekenis en waardigheid ontleent, tiert het weligst waar de persoonlijkheid niet op eigen wijze tot haar recht mag komen of waar de persoonlijkheid eigenlijk niet bestaat - wat op hetzelfde neerkomt
- tussen 'hof en 'heffe' ligt het ontwikkelingsgebied der persoonlijkheid.
Het woord heffe gebruik ik nu maar, omdat ik van die alliteratie
- is het er een? - niet afblijven kan, want de boerenstand is geenszins wat men 'heffe' heet. En toch heerst daar misschien de strafste etiquette. Het benauwde is dan wel, dat men die niet kent en ze dus telkens overtreedt - het komt immers in kinderlijken en primitieven nimmer op, onwetendheid te laten gelden, hun doens en latens zijn voor henzelf 'vanzelfsprekend', hoe zouden anderen dan daarvan onkundig kunnen zijn?
Voordat we ons huis in Laren hadden tot vast verblijf, hebben we eens een heerlijke zomer doorgebracht in Blaricum, toen daar nog geen enkele villa stond, in een grote, oude boerderij achter tegen de Meent. We kwamen met de appelbloesems, in figuurlijke zin, en gingen weg met de appels in letterlijke zin, een elastische zomer! Het proces van bloesem tot vrucht voltrok zich voor ons in 'Matje's wei' — een van die weitjes in zonkjes, een van die weitjes als kleine geluksvalleien, niet méér eigenlijk dan een veldje, waarop de kalfjes verblijven als ze nog te teer zijn voor de Meent, en nog zo klein, dat ze boven de berm niet uitkijken kunnen, besloten leven in die kom vol groen en bloem en zon, met rondom de hooibergen en de vruchtbomen, schuttend het lage huis. Omdat de mens de dingen altijd uit de hoek van zijn eigen belang beziet, spraken wij van 'Matje's wei', als ware Matje de hoofdpersoon geweest van dat uit twee zusters en een broer bestaande gezin, maar integendeel: Krelis vervulde de vaderrol en Em vervulde de moederrol en Matje, schoon maar een paar jaar jonger, de kinderrol, wonderbaarlijk goed! Ik heb veel van Matje geleerd, al zou ik haar onmogelijk iets aan het verstand kunnen brengen van wat zij mij heeft geleerd - want die
2-9