DE KLAS VAN TWAALF
jullie weet, zal ik de hoofdrollen vervullen in de drama’s, die zij gaat schrijven. En jullie hebt allen gratis toegang ■—, eventueel met mannen en kinderen. Luister
nu....”, haar stem daalde tot gefluister, ......luister nu goed.
Nu komen de bovennatuurlijke onthullingen. Hoe heet ze?”
Ze keek een voor een de gezichten langs.
„Wie?”
„Wie bedoel je?”
.Juffrouw Wind?’
„Neen, ik bedoel Nel. Hoe heet ze?”
„Nel!” „Nel van Zanten!”
„Juist! Van Zanten met een Z. Haar naam begint met een Z. En de Z is de laatste letter van het alfabet. Op die Z baseert zich mijn'plan. Die Z is géén toeval. Ze zou net zo goed Van Santen hebben kunnen heten. Met een S. Zo iets noem ik: een beschikking! Je moet dat eens aan je vriend vertellen, Tine.”
Tine lachte. Haar „vriend” was een stokoude, alleen levende zonderling, die een avontuurlijk leven achter de rug had en onlangs in een der nieuwe huisjes tegenover het hunne was komen wonen. Hij leek wat mensenschuw, maar maakte met haar wel eens een praatje. Ze noemden hem in het stadje „Anti-Toeval’, omdat hij bij elke gelegenheid getuigde, dat hij niet in het toeval, enkel in „beschikkingen” geloofde.
Maar de mens moet van de „beschikking” weten te profiteren. En de verdienste daarvan komt mij toe!” Ze zweeg even, om aller nieuwsgierigheid te prikkelen, en vervolgde dan: „Juffrouw Wind heeft een absentielijst. Een alphabetische absentie-lijst. Volgens die lijst zal ze ons één voor één bij haar tafeltje roepen, om onze werkstukken te inspecteren. Gien Aben komt eerst, maar Gien heeft niets te vrezen, haar „werkstukken” zijn natuurlijk in orde. Ze is gelijk de spinnen, ook die handwerken voor hun plezier. Niet aldus Nel! Nel heeft alles te vrezen. En nu heb ik dit gedacht. Elk, die aan de beurt is ge-
50