DE KERSEN EN HET SCHIMMETJE
„Dan ga ik even de brieven schrijven aan Edith Marsh en aan Hedwig Klüppell.”
„Ja hoor, je hebt deftige vriendinnen en je correspondeert in alle talen!” hoonde Frits.
Even later had het gezin zich weer verdeeld over zijn verschillende verblijven naar zijn verschillende liefhebberijen. Heel stil was het in de kamer waar Anke naaide en mevrouw Van den Burg over een boek gebogen zat. Een zoet, zachtzinnig windje tilde de dunne gebloemde madras-gordijnen telkens even in de hoogte, dan zonken ze weer neer, het leek het uitademen van een kind. Vogels sjirpten dromerig, bevangen van lome, zoete Zondag-middag-dommeligheid, geur van rozen en heliotroop steeg uit de bloeiende tuin omhoog en drong de kamer in. Als gelokt door die geur legde Anke de jurk over een stoel, trad naar buiten, op het balkon, en keek naar beneden. Hoe lokkend-fris stond daar op de grasstrook langs de lage, verweerde, met mos beplekte achtermuur, de witgedekte schragentafel, tussen twee hoge bonte esdoorns in, waarvan de kronen, aaneengegroeid, een prieel schenen te vormen. Ze hadden hem eerst op het grasperk midden-in willen zetten, ze zouden dan in een krans van rijkbloeiende, zoetgeurende stamrozen hebben gezeten, maar het was daar op die plek te zonnig.
Nu zouden ze wel dadelijk komen. Wat een aardige gedachte van moeder, de hele klas op de kersen te vragen. Hoe zou moeder ze allemaal vinden? Anke hechtte veel waarde aan het oordeel van haar moeder. En moeder had gelijk —, het was jammer dat ze ten slotte toch met Jeanne en Gien een apart clubje was blijven vormen.
Eer ze het wist, was ze weer in de kamer terug en had opnieuw een jurk onderhanden en peinsde onderwijl over mogelijkheden van andere, ruimere vriendschap.
Leida Verkruysen.... had moeder geopperd. Moeder kende haar niet, alleen maar zowat uit de verte.... moeder wist niet hoe ze altijd zeurde over „stand”, moeder was er niet bij als ze zich bij hen drieën aldoor zocht in te
27