Prometheus

Titel
Prometheus

Jaar
1919

Druk
1946

Overig
2ed 1946

Pagina's
624



van hen tegen wie ze te getuigen en die ze te vonnissen hebben en omdat dit Noodzakelijk is, daarom zien we dan ook, dat het zoo geschiedt, dat er tegen de zuiverste redeneering en de klaarste evidentie in, tallooze menschen zeggen te gelooven in den vrijen wil.

Dit ervaart het beste hij, die door zijn roeping of beroep gedwongen is, in het openbaar tegen deze illusie van den vrijen wil te getuigen; hij proeft uit den aard der argumenten den aard van het krachtigst instinct, dat aan de argumenten ten grondslag ligt, hij bemerkt het uit de animositeit, uit de hitte waarmee hem overigens vreedzame en gematigde lieden in het vuur van hunne verontwaardiging de tegenwerpingen tegen het hoofd werpen 1

Deze zelfde menschen, die spreken van iemands ,,karakter", ,,aanleg" en ,,roeping" — ja van ,,geleidelijke ontwikkeling" van ,,evolutie", die zonder blikken of blozen gewagen van gedachten, plannen en volkeren, die ,,nog niet rijp" zijn — wien het gansch niet ongevallig is zich te wiegen op het zoete woord der Eenheid, deze zelfde lieden, die heel vreemd zouden opzien, wanneer een auteur zijn personen een reeks onverklaarbare en onsamenhangende handelingen liet verrichten, bewerend, dat ze handelen overeenkomstig hun „vrijen wil" — die ook hun vertrouwen in en hun wantrouwen jegens hun medemenschen baseeren op wat ze Van hen weten, zonder ook maar eenigszins rekening te houden met den ,,vrijen wil" der schepselen, die daardoor immers dagelijks naar believen van karakter zouden kunnen veranderen, verklaren zéér nadrukkelijk te gelooven in een „vrijen wil", in de vrijheid van zedelijk handelen.

Doch hun argumenten zijn niet van logischen, maar van maat-schappelijk-zedelijken aard en luiden gewoonlijk — met variaties — als deze: „zoo zou iedereen maar kunnen doen, wat hij wou" — of „zoo zouden alle boeven maar los rondloopen" vooral ook: „wat had een mensch dan voor verdienste van zijn braafheid".

Straf en belooning, schuld en verdienste, distinctie-middelen van maatschappelijken aard of naar die maat gemeten „god-delijken" aard, primitieve instincten van wraak en vergelding jegens hem, die waagt, wat een ander nalaat uit vrees voor de wet, schoon hem wellicht de vingers jeuken naar een anders

42

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.