Prometheus

Titel
Prometheus

Jaar
1919

Druk
1946

Overig
2ed 1946

Pagina's
624



gekozen boven het Goed, terwijl er met het Goed eindeloos veel meer te winnen valt dan met het Kwaad, en degene, die in rechtvaardigheid leeft, zich tegenover dengene, die in ondeugd leeft verhoudt als een mensch, die in de zon wandelt, tot een mensch, die in een duisteren kelder opgesloten zit? Waarom zouden ze het kwaad gekozen hebben? Door hun onkunde. Dit is het spontane antwoord van allen, die zich zoo tegenover de kwestie gesteld voelen. Calvijn leert dat de mensch, Adam, vóór den Zondeval wèl een vrijen wil had, dat hij het goede had kunnen doen, maar dat hem... ,,de daartoe noodige volhardendheid niet was geschonken". Een vrije wil, zonder de ,,noodige volhardendheid" en deze hem onthouden d®or het besluit van zijn Maker. Waar is Adams schuld? Jezus in ,,Paradise Lost" spreekt van de ,,menschelijke dwaasheid", en zoo komt men altijd tot bepalingen als ,,onnadenkendheid", ,,zwakheid" en ,,kortzichtigheid", tot een zedelijk of geestelijk tekort, waarvan de schuld noodzakelijkerwijs op den vrijhandelenden Schepper terugvallen moet.

Het is wel curieus, iemand zoo scherpzinnig als Schopenhauer, en die zoo goed wist dat de Wil (het Moeten) altijd over intelligentie zegeviert, zich te zien opwinden over het hardnekkig vasthouden, eeuwen lang, aan het dogma van den vrijen wil, dat al zoo dikwijls en zoo klaar is weerlegd. Er is iets naïefs in de woede, die niet beseft, dat dit dogma een maatschappelijk dogma is, de grondslag van elke maatschappij, van elke kerk en van elke organisatie. Wat kwam er zonder ,,vrijen wil" terecht van de mogelijkheid, den mensch aansprakelijk te stellen en te doen boeten voor zijn vergrijpen in en tegen de maatschappij?

Hoe wil men den menschen eerbied inboezemen voor de wetgeving, waaronder ze leven, indien men hun niet inprent, dat ze de straffen, die men hun oplegt, door hun schuld hebben verdiend? Waar vooral haalt men eerlijke, overtuigde rechters vandaan, indien er geen menschen meer zijn, die in de rechtvaardigheid van de straf gelooven? Het is voor het behoud van een maatschappij (d.i. voor ons eigen zelfbehoud) noodzakelijk, dat er ,,tucht" zij, voor het handhaven van tucht moeten er rechters en getuigen zijn, het is dus noodzakelijk, dat deze gelooven in de• zedelijke aansprakelijkheid, in den „vrijen wil",

41

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.