Een coquette vrouw

Titel
Een coquette vrouw

Jaar
1915

Druk
1916

Overig
2ed 1916

Pagina's
262



haar nog hooger en boven alles vereeren zou en naar haar opzien, als naar het licht zijner dagen, als naar de verwachting zijner wenschen. Ze schrok van den sterken gloed, van de rustelooze wijde vlucht harer gedachten, — maar het mocht niet, het kon niet en ze moest die gedachten achterhalen en ten onder brengen. Ze had Egbert toch lief en ze mocht hem, zelfs in gedachten niet, zelfs voor een oogenblik niet, ontrouw wezen en verraden. Hij was haar man, zij was zijn vrouw, zij had de gave van zijn leven, hij het hare geschonken en aanvaard. Ze wilde niet slecht zijn, geen lichtzinnige, wufte vrouw. Daarbuiten ging de jongen traag zijns weegs, met gebogen hoofd; ze trilde van medelijden, van verlangen hem troost te brengen. God, — nog niet getrouwd, nog nauwelijks een halfjaar te zainen en nu al zoo! Maar ze kon toch de vreugde om den verliefden eerbied van den jongen niet ten onder brengen en de gedachte, die plotseling in haar opschoot, dat hij misschien nu of later een ander meisje zou zoeken om zijn licht te zijn, vervulde haar met verzet en tegenzin. Neen, hij zou haar nooit kennen, zij zou hem nooit vreugde schenken mogen, maar hij mocht haar toch niet vergeten. Ze keerde zich weer naar binnen, de wereld en zij zelf schenen haar van gedaante en wezen veranderd, voller, rijker, geheimzinniger, in een wonderlijke vervoering. En ineens wist ze wat ze wilde en vermocht in die ongedachte verrijking en verwijding van haar eigen persoonlijkheid: het verhaal van den bedelaar schrijven voor zichzelf en voor hem. Ze zou hem niet noemen, maar hij zou zichzelven kennen in het kind, dat zijzelf niet zou zijn, maar een knaap met grijze, schuwe oogen. Zoo zou zij hem antwoorden en hij zou voelen dat ze tot hem gesproken had, dat ze hem kende en zijn vereering aanvaarden wilde met behoud van haar zuivere trouw. En hij zou haar dan altijd meer, altijd hooger vereeren en haar nooit vergeten en zij zou levenslang heerschen over zijn gedachten en over zijn hart en zijn geest, en zelf stijgen met het stijgen zijner vereering om die vereering waardig te zijn.

Ze dacht aan wat ze schrijven wilde en wonderlijk licht kwamen nu de woorden, zonder weifelen of tasten omdat ze zag, — zóó werd het een zuivere spiegeling van het oude, diepe herinneringsbeeld, dat ze weken lang vergeefs moeizaam had getracht uit zichzelf omhoog te halen en naar voren te brengen en met brokjes en stukjes ineen te bouwen. Een verwondering maakte zich van haar meester, omdat eenvoudige woorden zoo sterk en krachtig en meeningsvol konden worden in schikking en val, — en omdat het vermogen hen te grijpen

45

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.