lust in studie een heel redelijk en behoorlijk verlangen was dat haar gevoel niet schaden en Egbert onmogelijk krenken kon en ze besloot er hem over te spreken. Ook al trouwden ze binnenkort, ook al kwam er dan later een kindje of meer kindertjes, ook al was het daardoor niet mogelijk af te stu-deeren —, wat ze geleerd had, kon toch nooit verloren zijn. Zoo vertelde ze Egbert den volgenden dag haar voornemen en liet hem het briefje lezen. Hij zei er eerst niet veel op, maar het was duidelijk, dat hij er weinig voor voelde.
Wat wilde Ina eigenlijk bereiken ? Examen doen ? Dat niet, maar wat wel? Algemeene ontwikkeling? Och, dat stelden zich al die jonge wichten voor, en ook het enthousiaste vriendinnetje —, alsof er van dat schoolmeersters-Grieksch en Latijn, dat philologen-gewauwel op de colleges, iets werkelijks te halen viel. Verloren moeite en weggegooid geld! Maar tegenhouden wilde hij haar natuurlijk niet.
״Ik doe zoo weinig tegenwoordig —, den geheelen zomer heb ik niets uitgevoerd. En die leeraar is niet heel duur, en een heel aardig man, heusch geen frik, ik kan het immers met andere dingen bezuinigen. Ik ben juist blij, dat ik niet voor een examen hoef te pompen. Het was als kind al een illusie van me, om Latijn te leeren —, als ik een Latijnsch opschrift op een gebouw zag of een spreuk in een boek, dan vond ik het altijd zoo voornaam en verheven, bijna geheimzinnig —, en het gaf mij een gevoel, alsof alle dingen in het Latijn, ook de gewone dingen, een bijzondere beteekenis kregen, alsof er in den tijd toen het Latijn nog spreektaal was, alleen over waardige en elegante dingen kon worden gesproken."
״Suggesties", besliste Egbert schouderophalend. ״Snert, die de een den ander napraat. Verheffende invloed der klassieken —׳, schoolmeestersgewauwel, wat ik je zeg! Heb je er al ooit iets zelf van gemerkt?"
״Maar ik was pas aan de gang!"
״Al was je nog tienmaal langer aan de gang. Heusch kindje, luister nu maar naar den goeden raad van een wijs man, het loopt allemaal op teleurstelling uit."
״Maar als ik het nu nog eens zou willen probeeren."
״Je weet hoe ik er over denk. Als je het beter weet, hoeven we er niet meer over te praten. Zooals ik je gezegd heb: tegenhouden wil ik je niet en wanneer je met alle geweld wilt, flat dan maar."
Zoo werd het November, Ina had haar lessen niet hervat, na het gesprek met Egbert was ze gaan twijfelen en gaan vreezen
41