Een coquette vrouw

Titel
Een coquette vrouw

Jaar
1915

Druk
1916

Overig
2ed 1916

Pagina's
262



Ze beantwoordde de vraag niet rechtstreeks, hield hardnekkig het gezicht tegen zijn schouder gedrukt, haar stem klonk gesmoord. ״Ik kan het niet gelooven, Egbert ... ik geloof het niet, dat het dat zou zijn, dat het daarmee iets te maken heeft."

״Maar natuurlijk heeft het daarmee iets te maken —, en je hoeft er je heelemaal niet voor te schamen —, het spreekt vanzelf. Als kleine meisjes zooals jij in het voorjaar staan te zuchten en traantjes te vergieten ״aan den oever van een snellen vliet" of onder muurtjes met bloeiende appelboomen dan weten de groote menschen precies hoe laat het is. Maar de kleine meisjes weten het zelf niet —, of ze houden zich maar zoo —, en dat is ook heel aardig, dat mag gerust —, maar daarom is het evengoed wel zoo."

Ze voelde dat hij antwoord en instemming van haar wachtte, maar ze vond geen woord en wist haar gevoel van ongeloof en onwil niet te overwinnen. Hij streelde haar de haren en liefkoosde haar al gretiger, maar het drong nauwelijks tot haar door.

Ze had hem tot nu toe geloofd in alles wat hij zei en geloofde hem dus ook hierin, ze dorst niets meer tegenspreken, maar het innerlijk verzet bleef als een krop in haar keel.

״Zie je, kleine meid,־ de menschen maken zich natuurlijk wel van alles wijs, net als jij nu doet en zoeken in zoogenaamd ״verheven sferen" de verklaring van wat heel nuchter op den beganen grond thuishoort. Dat is hetzelfde soort gevoel, waar we het onlangs over hadden, dezelfde malie romantische dweperij van zwakhoofdige wezens, die de werkelijkheid niet aandurven. En die vloekwaardige dominees hebben het allemaal op hun geweten met hun idioot gekwebbel over ״kuischheid" en ״erfzonde."

Zijn woorden bevredigden haar niet —, maar ze hield zichzelf voor, dat hij natuurlijk gelijk had. Hij sprak niet meer, drukte haar heftiger tegen zich aan het kon haar niet langer ontgaan, wat hij zocht; ze voelde zich slap en angstig, zonder verlangen, zonder wil tot verzet. Hij wilde het immers en zij hield immers van hem, zijn bijzijn was veilig en vertrouwd, wat hij vroeg was natuurlijk en ze mocht hem niet om den wil van het ״onnoozel overleefsel" dat ook die ״zoogenaamde preutschheid" natuurlijk was, afwijzen. Dus voegde ze zich naar zijn wil.

De volgende dagen toonde Egbert zich zonder veel woorden dankbaar-verteederd, hij hield onder het samengaan haar arm in den zijne en keek haar bij wijlen innig in de oogen. 38

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.