onbegrip — dat onbegrip niet van hem alleen, maar van bijkans allen - benauwde haar keel, bedrukte haar hart, en ze voelde duidelijk dat hij zijnerzijds een aanleiding zocht om weg te komen. Ineens zag ze zijn gezicht verhelderen.
Uit een zijpad vlak bij, van tussen in de stilte kwijnende heesters, kwam ineens een heel jong meisje te voorschijn bloeien. Haar haren straalden rosblond onder de kleine ros-bruin fluwelen hoed, haar ogen stonden goud-bruin in het ronde, teer blozende gezichtje, boven het ros-bruin fluwelen pakje-; onder de korte, wijde rok stapten stevig de ranke beentjes overweven van strakke ros-bruine zijden kousjes in lage, geregen schoentjes; heel elegant was ze, maar in haar houding en bewegen meer nog dan in haar kleding eer sportief dan mondain.
Haar tennis-racket onder de arm, liep ze vrij-uit en vrolijk de heerlijke middag van pret, open naar haar toegekeerd, tegemoet, maar plotseling werd haar blos dieper, in een tinteling leefden haar ogen op, haar mond ging even in een verrukt lachje open als die van een kind voor een heerlijke verrassing, ze stak in half onwillekeurig gebaar twee kleine, gehandschoende handjes naar hem uit.
'Eddy... hoe leuk... hoe enig leuk...'
Marianne keek naar hem en weer zag ze het half-ironische lachje, dat haar nu ineens een pas-aangeleerde pose leek, maar de triomf van de gevierde jongen, van de bewonderde dichter, lichtte onverholen in zijn ogen. Zijn plotseling stilstaan hield haar staande.
'Bonjour dan, Marianne! En veel succes vanavond. Ik kom nog wel eens gauw. Een kennisje... Ja, allerliefst hè?... Maar niets voor jou, hoor! Helemaal niet "redelijk"...!'
In een paar lenige stappen had hij het meisje, dat afwachtend, een blij lachje om de lippen, doorgelopen was, al ingehaald, ze hoorde haar hoge, argeloos vrolijke vragen, zijn half-ironische, half-kwijnende antwoorden tegen elkaar in -, en ineens voelde ze de innerlijke zekerheid dat hij nu al bezig was het meisje te vertellen dat hij 'niet wist waar hij woonde', omdat hij nu eenmaal een dichter en dus een 'zwerver over de hele wereld' was...
De spottende nadruk op het laatste woord, dat hij tot haar
97