len, kerel,' kwam Harry ineens, Mariannes hand beetgrijpendin een zenuwkneep en zijn stem, schoon kalm, klonk droger en scherper dan zij nog ooit had gehoord, 'de lui zouden anders van jou wel eens kunnen denken, datje geen één andere kaart in je hand hebt.'
'Enfin... ze is jouw vrouw,' zei Evert schouderophalend, en zich achteroverwerpend in zijn stoel, blies hij de rook van zijn sigaret omhoog naar de zoldering.
'Dat antwoord lijkt bedenkelijk veel op vrouwen-logica,' meende Marianne.
'En je zegt nu wel van "wetenschappelijk"...' praatte Harry, vlot en vlug, 'maar ik heb je onlangs nog horen zeggen dat theologie eigenlijk in het geheel geen wetenschap is.'
'Dat mag ik zeggen...' ontviel hem.
'Quod licet Jovi...' zei Marianne zachtzinnig.
'Ah ha! Latijn heeft ze dus in de gauwigheid geleerd. Maar luister jij nu eens even, Harry, ik wil toch liever datje me goed begrijpt. Ik kan zoiets nu wel eens los-weg gezegd hebben - in de huiskamer weeg je je woorden niet op een goudschaal, is 't wel? - maar je snapt toch wel, dat ik 't niet in mijn hersens zou halen om dat, als jurist, openlijk te gaan beweren? Ik laat iedereen in zijn waarde -, zolang iedereen zich tot zijn eigen vak of zijn eigen werk bepaalt.'
'Zo ben je zelf ook 't safest, nietwaar?'
'Daar gaat het nu niet om. Dat is vrouwen-logica. En van de rest... je begrijpt toch wel dat het mij niet aangaat, wat jij doen of laten wilt, watje schrijven of niet schrijven wilt. Als broer heb ik gelukkig niets over je te zeggen... en je man moet maar zelf weten, in hoever hij je wil permitteren om je belachelijk te maken -, maar één ding wil ik je dan toch wel zeggen: jij kunt van Plato niets begrijpen, want Plato is alleen te begrijpen in het Grieks.'
'En wou je dat nu werkelijk in gemoede volhouden?'
'Ja, natuurlijk denk je dat ik niet weet wat ik zeg...'
'Ik betwijfel inderdaad of je precies weet watje bedoelt!'
'Och kom... Verklaar je dan eens nader-, wil je?'
'Met alle genoegen. Stel eens even, dat ik een Frans boek lees.'
74