tige, de onder schijn van bescheidenheid verborgen eigendunk, de botte zelfzucht, platte gemakzucht als 'idealisme' en 'optimisme' verkleed, met opgeblazen aanmatiging en onduldbare hoogmoed te zamen als 'zedelijkheid' en 'godsdienst' zich tegen anderen kerend, over anderen vonnis wijzend, andermans levens verwoestend, nooit schier had ze eigen haat en eigen walging tegen dit alles dat als een kanker al dieper scheen in te vreten, in die mate bij anderen waargenomen. In de eerlijken, van huis-uit oprechten, die van goede wil zijn, evenmin als in de anderen, de mannen van het 'praktisch leven', de 'kranige geleerden' van Everts slag. Want terwijl deze laatsten elke diepere werkelijkheid wel moesten instinctief begrijpen en derhalve schuwen en verfoeien als een aanslag op hun stelligheden, een gevaar voor hun 'wetenschap' -, vloden de zwakke dromers, de weke dwepers die werkelijkheid, die ze 'troosteloos' heetten, en uit hun ongegronde illusies, hun schoongeweven wanen, hun bontgekleurde ficties trachtten ze de troost te putten, die hun zwakheid niet ontberen kon. Schier niemand..., in wie die witte hartstocht brandde, voor het waarachtige, het erkende, het bele-dene, hetzij dan 'goed' of 'kwaad' — dan alleen in die ene grote zedenmeester... Shaw... eenzaam en hoog uit boven het onbegrip der onnozelen, die hij belachte, de nijd der schijnheiligen, die hij ontmaskerde, de zalvende misleiding van 'optimisten' en 'idealisten' wier karakterloos opportunisme, dat naar elke voor 't ogenblik heersende wind zijn huik weet te hangen, hij meedogenloos blootlei... hij alleen... eenzaam en hoog uit ook boven het boosaardig keffen tegen de 'cynicus', het pedante klappen over de 'reclame-maker', de zotte nonsens over de 'paradoxale zegger', de gretige instemming van zure nijdassen, die handenwrijvend toezien waar woekeraars uit tempels gegeseld worden, omdat die woekeraars hun te glad afzijn geweest...
Ze dacht aan Lex en ze glimlachte peinzend voor zich uit.
Het zou wel gaandeweg overgaan, als ze maar ouder werd... en had ze 't niet ergens uit een boek gehaald...?
Die avond was ze bijna boos geworden... als was hij de enige, als was hij de uitzondering...!
'Marian kibbelt alleen om dingen die haar persoonlijk niet
58