deed om Harry alleen. Neen, ze wilde wel werkelijk haar schoonouders en Loek en ook zelfs Evert tonen, dat een 'schrijvende juffrouw' nog wel iets anders dan schrijven kon. En toch-, wat kon het haar nu eigenlijk schelen of de oude dokter Edema, Harry's vader, haar al dan niet voor een blauwkous hield? En evenwel -, ze wilde het niet, en sloofde zich af om alles in orde te hebben, als de oude lieden kwamen eten en ze bloosde als het kritisch spiedend oog van haar schoonmoeder een gaal zag in het tafellaken, een lepel met een doffe veeg, een al te grove stop in de knie van Jaapjes kous -, de dure wollen kousjes, voor zijn verjaardag van Oma gekregen! Ze was blij als ze kon vertellen van een mooi honorarium voor haar laatste schets, van een flink tantième uit haar roman van het vorige jaar, opdat ze zouden zien dat de uren die ze haar gezin ontnam, ook iets opbrachten voor haar gezin. Ze liet zich met een glimlach vertellen, hoe ze dit en dat voor Harry moest doen, hoe hun enige zoon thuis bij hen dit en dat was gewoon geweest - maar alleen schoonmama's magistraal regeren van haar toch reeds gewaardeerde werk, van haar toch reeds bekende naam kon soms een storm van nauwbedwongen drift in haar gaande maken. Want dat was niet de argeloze onwetendheid van papa's vermaningen en van haar eigen kritiek, maar een boosaardige opzet, een rancune tegen de vrouw, onder wier groeiende reputatie de schildersnaam van haar enige zoon tot onbelangrijkheid verkromp.
Marianne voelde het in menig venijnig prikje -, in het veelvuldig zwijgen, in de minzaam-neerbuigende lof- en dan moest er wel een héél-mooie kritiek ergens in een blad of maandschrift zijn voorafgegaan! - hoe eindeloos belangrijk mama de schilderkunst oordeelde boven de litteratuur, behalve dan wanneer die bijzonder klassiek en bijzonder verheven was. Maar deze vertelseltjes van kinderleven —, moest daar nu zoveel ophef van gemaakt?
Harry had soms meer moeite om bij zijn moeders tartende geringschatting te zwijgen dan zijzelf, maar als hij sprak van haar 'eigen leven', haar werk, waarop ze recht had - 'verstaat u mama, recht!' dan was het haar altijd alsof zelfs zijn gevoel die uitspraken van zijn redelijkheid niet geheel beamen kon.
55