amuseerde haar een beetje, het vleide en vertederde haar. Ze wist zelf niet precies waarom.
'En kindje... niet om iets aan te merken, hoor! maar doe je nu wel altijd wat tante Clara toen zei: alles de vorige avond en 's morgens vroeg met de meid bepraten en haar dan verbieden je te komen storen, als je werkt?'
Ze zette zich even vóór hem op de brede divan en liet haar vingers door zijn ijle, fijne haren glijden.
'Ja zie je, vent-, ik probeer dat wel altijd, maar het lukt meestal niet. Als ik zo'n raad opvolgen kon, dan zou ik ook een goede huisvrouw zijn en als ik dat was dan was ik weer niet... wat ik nu ben, dan had ik zo'n raad meteen niet nodig, want dan was die stoornis niet zo erg. Ingewikkeld, hè?' Zich vlug naar hem over-buigend, kuste ze lachend even het puntje van zijn neus. 'Maar ik ben nu eenmaal geen goede huisvrouw...' Ze stond overeind en wilde gaan, maar hij hield haar aan de hand terug.
'Jij geen goede huisvrouw? Wie dat zegt...' zijn gezicht betrok even en hij zweeg. Dan weer:
'Kan ik nu niets voor je doen?'
Ze glimlachte van neen - schuddend een opkomende bitterheid weg.
Niet zoveel zeuren over de onbeschaafde smaak, de gele tanden, de rare jurken en het lelijke gezicht van juffrouw Meylink, de huishoudster van vroeger, die natuurlijk 'als juffrouw zijnde' aan tafel had moeten eten, dat had hij voor haar kunnen doen, zijn esthetisch gevoel een beetje onder de korenmaat zetten, ter wille van haar, dat had hij kunnen doen -, maar wat kon daarover napleiten anders uitwerken dan dat hij zich schuldig en ongelukkig voelen zou - en ze kreeg er Meylink niet door weerom! Sinds hadden ze geen goede huishoudster meer kunnen vinden en mochten na veel duur getob met noodhulpen en schoonmaaksters nog blij zijn dat ze Rika hadden.
'Je gaat toch niet om mij alleen boven het hete vuur staan kokkerellen? Ik ben immers best tevreden met een boterhammetje. Toe, zeg gauw dat het niet is om mij alleen.'
Ze liet zich lachend die verzekering afdwingen en op haar weg naar de keuken gaf ze er zich rekenschap van dat ze 't inderdaad niet
54