'Noem het dan... werkelijkheidsliefde.' Ze voelde een schok van blijde verbazing om het plotseling gevonden, het verhelderende woord... om haar eigen luciditeit...
'Kun je het dan op die manier, in die vorm begrijpen?'
'Neen,' zei hij, plotseling stroef, verdrietig, als gekrenkt, 'het lijkt mij allemaal zo onnatuurlijk... zo opgeschroefd. Anders ben je altijd zo eenvoudig en dat vind ik juist het aardige, het aantrekkelijke in je, en nu ineens...'
'Voor mij is dit de eenvoudigste zaak van de wereld en het eenvoudigste en meest vanzelfsprekende van alles wat ik in mij heb,' zei ze kalm, maar een kramp trok ineens door haar kaken, ze voelde haar mond vertrekken, brandende vochtigheid prikkelend naar haar ogen dringen.
'Laten we maar naar binnen gaan, 't wordt hier koel. Er hangt een tamelijk zware damp over 't water.' Ze hoorde stroef en droog zijn stem naast haar gaan.
'Lex...' ze stond stil en zag tot hem op, ineens onverschillig of hij al dan niet in 't donker haar ogen vol tranen zou zien, en ze stak haar hand uit.
'Is dat nu niet allemaal misschien jonge opgewondenheid... die liefde voor de werkelijkheid... zoals jij het noemt... Wat weetje eigenlijk...? Heb je misschien pas ergens zo iets gelezen?' Hij sprak ineens vast en heftig, greep haar handen, zijn blik drong door 't duister heen smekend haar ogen binnen.
Even dreigde een stormvlaag van toornige bedroefdheid in haar op te steken —, maar een bleke verwondering als een smartelijk voorgevoel overwon -, stond ze dan werkelijk zó alleen, was dan zó afwijkend die 'werkelijkheidsliefde', dat zelfs Lex haar niets beters wist te vragen dan of ze misschien iemand napraatte uit een boek?
Ze liet zijn hand los en gaf geen antwoord — en geen van beiden wist uit het krampend dooreenwoelen van gedachte en gevoel één enkel woord te voorschijn te brengen, één enkele zin te vormen, schoon op beiden het onharmonisch zwijgen drukte schier ondraaglijk, en beider stap versnelde zich gelijktijdig, in een gelijktijdige impuls om aan de kwelling van het langer samen-zijn te ontsnappen.
46