Uit het leven van een denkende vrouw

Titel
Uit het leven van een denkende vrouw

Jaar
1920

Druk
1985

Overig
herdr 1985

Pagina's
181



Bordewijk, terwijl tante Clara het over haar stoel gebogen meisje fluisterend opdroeg de voor de koffie bestemde room dadelijk maar met de aardbeien binnen te brengen, 'voor een paar maanden heb ik eens zo'n jongen gezien, die had toch, laat ik eens even kijken, eerst zo'n groot kartonnen blad met oesters en daarboven op — er lag natuurlijk nog een blad overheen — een flinke taartdoos en daar weer op een nikkelen emmer met ijs of zo iets. Hij moest door een ander op de fiets geholpen worden, maar toen hij eenmaal zat, reed hij er heel gemoedelijk fluitend mee weg, door een drukke straat en over een druk plein met drie, vier elkaar kruisende tramlijnen...'

'Het wonderlijkste vind ik maar, dat ze zich nooit bezeren,' zei tante.

'Dat moet u toch niet zeggen. Ik ben eens geroepen bij een jongen, die ook zo'n stellage wegbrengen moest, ook alles op zijn hoofd, maar die had nog de aardigheid gehad om los te rijden en die was heel lelijk terechtgekomen op zijn heup,' vertelde Lex.

Mevrouw Beelaerts vond het in zó'n geval beslist eigen schuld en een heel goede les, en ze spraken onder de aardbeien en de koffie verder over onvoorzichtig rijden, onbesuisd lopen, roekeloos motorfietsen en zeilen als je niet zwemmen kunt-, de rondvraag scheen van de baan. Maar Marianne wist dat Lex, hoe onbevangen hij aan de kout scheen deel te nemen, de uitdrukking van haar gezicht had gezien en het ogenblik even gewichtig gevonden als zij. Ze voelde geen twijfel: in de loop van de avond zou Lex haar onder vier ogen de netelige vraag komen voorleggen. Ze kon het niet ontlopen en wilde ze het eigenlijk wel ontlopen?

De zon was al bijna onder, over het loom-vlietendc water van de trage rivier achter de tuin vervloeide het rode goud met het glanzend zwart in de binnenkant der golijes tot een wonderlijk, beweeglijk, altijd door zich wijzigend patroon en vlak bij de schoeiing stond Marianne tegen het schuitenhuis geleund, half-geboeid door het wcmelend spel, half-verloren in gepeins, terwijl achter haar hoog boven het in vredigheid van avondstond verstilde praten het vlijmend-zoete vogelfluiten klonk. Vlak bij

43

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.