wending nam en nu Reina hem niet meer met haar kijken, en haar parfum in verwarring bracht.
Want ze zat even uit het veld geslagen, met mes en vork haar pasteitje verkruimelend, een kinderlijk-pruilende uitdrukking om de mond. Dan, eerst aarzelend, gaandeweg zekerder, begon ze namen te noemen van vrouwen die véél hadden gepresteerd en nog presteerden. Oom Everard at terwijl zijn pasteitje, door hoofdbeweeg en handgebaar tonend, dat hij toch wel luisterde en toen ze uitgesproken had, overmatig welwillend:
'Ja, ziet u, maar dat heb ik nu eigenlijk ook niet ontkend, dat er wel vrouwen zijn die wat kunnen. De vraag is alleen... weegt dat tegen de nadelen op... ? De vraag is alleen... gaat er niet meer verloren dan er gewonnen wordt... aan... eh... aan arbeidskracht... en energie... en zou dat... vrouwenwerk... al die prestaties.. . zoals u het noemt... niet uitstekend gemist kunnen worden...?'
De holle woorden deden Marianne pijn zoals vals schel licht haar pijn zou hebben gedaan -, het was bijna zo akelig als het verstompende en versuffende 'ergoteren' van Jobbeis - en ze kon zich, schoon ze voelde dat ze een onvoorzichtigheid beging, niet weerhouden halfluid tot Lex te zeggen:
'Gemist kunnen worden! Alsof het daarom ging... alsof het merendeel van dat wetenschappelijke mannenwerk óók niet best gemist zou kunnen worden. Alles kan immers in die zin gemist worden...'
Oom Everard had niets gehoord, maar Reina ving de woorden op en nam ze gretig over.
'Ja, meneer Van Doude... Daar heeft Marian gelijk in... zoveel oorspronkelijks en onmisbaars wordt er toch door die honderden studerende en gestudeerde mannen ook niet gepresteerd.'
Zijn ogen kropen als in de kassen terug, de rechtstandige rimpel verscheen; hij was weer tien jaar ouder.
'Marian? Ik praatte metu... geloofik... niet met Marian. Met een meisje van éénentwintig, die... eh... enfin... nog bijna een kind, daar debatteer ik niet mee...'
'Dat was haar bedoeling ook niet,' verdedigde Reina, vuur-
34