onder uitdrukkelijk verbod die af te korten ofte verbasteren -'aan de andere kant... en Ab... jij dan...'
'Wij laten ons niet van elkaar rukken,' schertste Lex fluisterend tot Marianne, maar in zijn ogen was louter verrukking en tederheid en hij kwam nog dichter naast haar staan.
'Jullie beiden dan hier...' wendde zich tante Clara tot hen, en het was Marianne, of dit niets-bedoelend "jullie-beiden" hen ook tegenover de anderen verbond.
'En zo is dan ditmaal het mannelijke element ook eens kwantitatief in de meerderheid,' vond oom Everard nodig de conversatie in te zetten, met een brede glimlach en een zelfgenoegzaam handenwrijven zich neerlatend in de wolk van rokkengeruis en parfum, door Reina's zitten-gaan opstijgend aan zijn linkerhand. Ze ging gretig op de uitdaging in, blij tegelijk haar gevatheid en haar objectiviteit te kunnen tonen.
'Zeer gevleid, meneer Van Doude... de kwalitatieve superioriteit is vanzelfsprekend, nietwaar?'
'Dat begint al goed!' fluisterde Lex, half-vermaakt, half-geïr-riteerd en Marianne glimlachte tot hem op, het duizele-zoet van zijn nabije aanwezigheid proevend als op haar lippen.
Oom Everard had tot antwoord met een glimlach en een handgebaar even de schouders opgehaald en was daarna begonnen zijn soep te lepelen, maar Reina, rechtop zittend, een-en-al roze en wit boven het blanke tafellaken uit onder de bekroning van haar ingewikkeld bleekblond kapsel, dat aan alle kanten door veel lichte schildpaddenkammen en -spelden werd bijeengehouden en gesteund, gaf het niet op.
'Maar u weet toch ook wel dat één vrouw duizend mannen te erg is, zouden er dan vier niet zeven de baas kunnen?'
En bij die vier mevrouw Beelaerts en tante Clara -, en bij die zeven Ben en zijn vader..., moest Marianne glimlachend denken. Wat een toernooi!
'Je hoort het, Bordewijk,' zei oom Everard, en de jonge man lachte even, maar gedwongen, hij vond blijkbaar niets prettig dat zijn ernstige meningen en zijn ernstige schrifturen tot tafelscherts werden gemaakt voor een behaagzieke vrouw.
'Waarom moet juist meneer Bordewijk het horen?' vroeg
32