overgang, naar Lex Huyssen te verlangen. Ze zou naast hem aan tafel zitten. Een warmte overkroop haar, onverwacht, ongekend. Ze wist Reina een flirt, en ze gunde haar iedereen, behalve Lex. Onder 't handen-wassen bleef ze dat zoete zengen binnen in haar, dat zacht-warme verlangen aandachtig savoureren.
Langs haar deur ging Evert naar beneden, met Lampe en Tie-lenius, om hen uit te laten. Hij scheen na 't afscheid in de open huisdeur nog te toeven, en even later begreep ze waarom, nu ze de zware lach van Beelaerts hoorde en het afgemeten praten van mevrouw. Ben kon er zijn, ook zonder dat ze hem gewaar werd, zo klankloos was zijn stem, hoe zou die ooit zich van een preekstoel verstaanbaar maken? En Lex, was hij ook al meegekomen? Ja, daar steeg zijn stem tot haar op en ineens wist ze weer, hoe heel anders dan de anderen hij was. Ben Beelaerts en Lex Huyssen... en ze dacht, haar handen prettig warm wrijvend in de kurkdroge, ruwe doek: Dit zijn de echte diepe verschillen tussen mensen en mensen... wat praten ze toch van ras en tijd en nationaliteit! En dan was zij toch weer zo heel anders nog dan Lex.
Zou Reina nu uitgetobd zijn met haar moderne bloemen-schikking? Ze voelde bijna medelijden..., maar wist Reina dan niet, dat niets zo moeilijk was als 't vervormen van een al-gereed boeket? Ze luisterde even..., Reina was al achter, met de anderen, en ze hoorde haar heldere, maar iets geforceerde lach boven allen uit.
Even later zag ze haar, en ze scheen, tussen oom Everard en Beelaerts en Gu Velsing recht overeind, forser en voller nog dan zoeven in de eetkamer met tante en haar -, maar de geagiteerde blos was weer verzoet tot bloesemwaas, harmoniërend met het roze en wit van haar gecompliceerd, eng-sluitend toilet. Oom Everard, wonderbaarlijk verjongd, geen spoor meer van de rimpel tussen zijn wenkbrauwen, keek haar lachend en hoofdschuddend, als was hij doende iets te betwijfelen, in de ogen, nam dan een paar kaarten en een foto die ze hem voorhield van haar aan. Gu Velsing spreidde, met zijn even-geaffecteerde glimlach, zijn even-opgetrokken wenkbrauwen en even-gebogen hoofd, als een pauw zijn staart, de volle maat van zijn hoffelijkheid ten toon. Tante Clara praatte rustig met Lex, Ab Borde-
26