Uit het leven van een denkende vrouw

Titel
Uit het leven van een denkende vrouw

Jaar
1920

Druk
1985

Overig
herdr 1985

Pagina's
181



maar Evert is een man, en een echte man laat vrouwenwerk aan vrouwen over.'

'Evert een echte man... hij...' Ze hield in; ze had het zwakke maar duidelijke klingelen gehoord van het antieke koperen tafelbelletje, door Evert in gebruik genomen sinds hij redacteur was van het studentenblaadje en op zijn beurt redactie-vergadering bij zich ontving; een honende triomf scheen er haar uit toe te klinken. Zonder iets meer te zeggen, blij om de stoornis, die juist bijtijds onvruchtbaar getwist voorkwam, nam ze de theepot. Tante Clara stond fluisterend over haar man gebogen en ze verstond iets van... 'er haar op aanzien.'

'Erop aanzien? Waarop? O, daarop? Gaat ze zich dat inbeelden? Alsof zulke jongens niet wat anders aan het hoofd hebben.'

De schampere lach joeg haar als een ruwe stoot in de rug de gang door en naar boven.

Voor de deur van Everts kamer toefde ze even en ze hoorde binnen het rustig-deftig, wetenschappelijk-bedachtzaam praten, zoals dat een clubje uit de besten der intellectuelen onder de studenten voegt - dan klopte ze en het praten verstomde op het 'binnen' van haar broer. Ze zag ze even rond de tafel, als poserend voor de studenten-fotograaf, de stramme ruggen wat achteruit tegen de stoelleuning, de haren in het midden gescheiden en aan weerszijden geplakt, de iets-geblaseerde glimlach van bescheiden zelfgenoegzaamheid, omdat ze tegelijk zo correct waren en zo intellectueel — als een 'tableau vivant' van de andere studentenkieken op Everts tafel en aan de wanden, van andere jaren en andere universiteiten, maar allemaal gladgeschoren, scheiding in het midden, tegelijk correct en intellectueel! - dan sprongen ze overeind om haar te begroeten. En nu ze daar niet meer als een geheel, een gesloten gemeenschap, redactie-vormend, rond een tafel zaten, maar één voor één zich losmaken moesten en overeind gekomen, Gu en Ab en Lampe en Tielenius werden, nu scheen er van dat straffe en stramme zelfvertrouwen plotseling al een heel stuk teloor gegaan, en vooral de gebrilde Tielenius, de langste, met zijn vreemd-gevormde, aan één zijde veel te dikke mond, was plotseling een-en-al verlegenheid, schoon Marianne hem het beste nog lijden mocht. Juist

17

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.