ze hem had ontmoet aan boord en dat hij haar geholpen had met kind en bagage of zoo iets. En de brave bloed zou hem dan bedanken, de kennis willen voortzetten, hem ten eten houden... o. de lamme comedie. Wat had hij dan wel gewild? Wist hij niet —, alleen dat hij ״iets" wilde, omdat zij nu „niets" wilde.
Toen had hij dan maar weer gewacht, bitter zichzelf afvragend of dat nu het wezen van liefde en hartstocht was — enkel het willen hebben wat zich niet vangen laat —, het willen grijpen wat ontvliedt —, vaak was hij verliefd geweest, maar had nimmer een zoo brandend gevoel gekend als nu, terwijl hij nu eigenlijk niet verliefd was.
Ten leste had hij, het opgevend tegen zijn lusteloosheid, haar geen tijd tot weigeren latend, zijn bezoek aangekondigd, op een uur dat haar man niet thuis kon zijn, in den voormiddag. En daartoe had hij zich nu, vol ongeduld en kwellende onrust, stadwaarts begeven.,.
Haastig, met afgewend gelaat langs de bezette tafeltjes sluipend om niet herkend en opgehouden te worden, had hij in een hoekje achter palmen binnen in de zaal met groote slokken den kouden drank gedronken, waarnaar hij zoo had verlangd en die nu nauwelijks door zijn keel wilde. Benauwd en lam voelde hij zich, nu het
.39