en vrij... de anderen 'opgesteld'! Nu zit ze hoog en kijkt ze neer... daar lag ze, daar in het gras, het is nog plat, die kuil... dat is zij zelf! Het gladde leunt je warmt haar rug. Nog even... zij kijkt hoe de boer zijn teugels samenvat in de ene, zijn zweep neemt in de andere hand. Hij zegt nog niets, hij lacht alleen, maar straks gaan ze praten! Hij zal zijn paard niet slaan, dat kan ook best het mooie wagentje trekken... en ze wacht op het eerste geluid... op de eerste knars, de eerste hoefklop in het stof. Daar is de knars, en daar is de klop, en daar rijdt ze heen.
73