li8*illi»tïW®lsiót»IW
te man tégen de blokkenwand van laden bewegen, de laagste boomtakken zwaaien als franje zo zwierig boven de open deur.
Anders, op hete dagen, is dat allemaal zo strelend en zo stillend, dat je nergens meer aan denken hoeft. Tobberijen die je bezwaarden terwijl je onderlangs de gevaarten van de ,gasfabriek liep, en de poort inkeek op de sintelwoestijn, trekken licht als lucht uit je weg, en het stampen van de olieslagerij, al lijkt het dan ook op 'roffelen met omfloerste trom' kan je toch niet somber stemmen... maar vandaag is alles anders. Vandaag botst dat geweld tegen een ander geweld, binnen in, het geweld van haar geweldig besluit, en vandaag heeft ze haar zwaarte het sluisje over en het dorp binnen gedragen —, die kwam dan ook niet tot haar uit de gevaarten boven de muur of uit de sintelwoestijn erachter, maar is de zwaarte, is het gewicht, van haar gewichtig besluit. Ze is het feest ontlopen, zij-alleen, ze heeft er zich opzettelijk aan onttrokken, zonder dat iemand, behalve die ene dan, ervan weet!
Al maar meer steegjes passeert ze. Van de straat uit beginnen ze als smalle snijdingen tussen de huizen, maar naar het water lopen ze wijd en breed als trechters in de erfjes uit, en telkens één ogenblik grijpen dan haar ogen het beeld van de zonnige stroom, en aldoor is het een ander beeld, want aldoor zijn het andere breedgespannen zeilen, die strijken wit langs het hemelblauw en bruin langs het waterblauw, en aldoor is het een andere overkant, soms dichtbij en soms
44