Vier jaargetijden

Titel
Vier jaargetijden

Jaar
1924

Druk
1967

Overig
3ed 1967

Pagina's
162



zijn 'tillem' met prevelende lippen zo vlug, dat ze nauwelijks elkaar raken, zo droog, dat ze ook het minst geluid niet geven. De vreemdeling deelt in hun licht, zoals straks in hun eten, en is alweer minder een vreemdeling.

Dit zijn de stille, zoete uren van de vrijdagavond, die stilheid, zoetheid zuig je met je lijf, je hele wezen in... je leest, en voelt terwijl je thee, je schoteltje met lekkers voor je staan... je zuigt een suikertje, je eet een dadel... en kijkt in de lamp, je boek tegen je borst en denkt over de mensen die daar leven... de massa blaadjes die je nog te goed hebt, houd je samen in je open hand.

En zoals ze uit het steegje behoedzaam kijkt om de hoek of die grote, zwarte hond van Bessem er nog staat of dat hij al weg is en ze zich de straat in kan wagen -, zo wendt ze hu voorzichtig haar denken naar haar tong... ja, hij ligt stil, ja hij kwam gaandeweg tot rust... doch, o... ze moet er zich maar niet van willen vergewissen. Gauw naar het Slot en naar de jonkvrouw terug!

De uren glijden, ze glijden voorbij en duikelen ergens af en duiken onder in een donker, naar het later-wor-den toe. Sinds lang kwam van buiten het laatste geluid, maar nu ging zacht de straatdeur open... vrouw Mol is in huis. Haar klompen stommelen, nu staan ze naast de mat en kleppend op haar kousen komt ze naar de kamer toe.

Goedenavond, vrouw Mol! Vader gaf het bevelend teken en ze zijn al overeind. De avond ging voorbij.

27

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.