In de schaduw

Titel
In de schaduw

Jaar
1907

Druk
1983

Overig
herdr 1983

Pagina's
167



zelf, omdat hij zich zo jong-krachtig voelde, warm levend in de grijze vroeg-morgen-kou, de schaatsen slingerend in de hand, dat de houten zolen zachtjes klepperden tegeneen.

De tocht lag dan nog, leeg en grauw, triest-eenzaam tussen de sombere landen, waarop de donkerte nog neerlag van nauw-geleden winternacht en de dorpen rondom-me dommelden. Maar Theo wist, dat gauw de zon komen en 't al verf eestelij ken zou. 't Eerst kwamen de vale, koude, kleurvegen in 't oosten, als doorgesleten plekken in sombere voorhang, die 't rijke, pralende verborgen houdt... Maar spoedig werd 't dan levender van heldere rozenrode tinten, kleur, die heengloeide over de bevroren plassen, met 't in plotse, straffe greep gevangen gras, dat in sprietjes en bosjes benauwd boven de witte korst uitpiepte. Naarmate de zonnekomst naderde, kwamen die rozige gloeiplekken de tocht dichterbij, tot ook daar op 't brede, somber-grijze ijsvlak rode afschampen gloorden. En eindelijk dan kwam de zon-zelf en haar eerste zuivere stralen doorguldden 't wijkend rood, gaven ineens alles rondomme 'n dagblij aspect, feest van licht, waarin plots nieuwgeboren waren torens van dorpen rondomme tegen bleek-blauwe lucht, waaraan de laatste sterren wegschuchterden.

Zo'n ochtend was; 't, dat Theo Juultje ontmoet had. Ze was er nog niet, toen hij aankwam, maar als hij, na 'n heel eind de tocht op, weer terugreed, zag hij ze aan 't begin van de baan. Daar was nattig-bruin stro gestrooid voor 't opbinden en enkele banken stonden er tussen. Baanvegers hadden er 'n planken bruggetje geklungeld, tussen houten palen aan weerszijden, druilige lappen flets-groezel vlaggedoek daaraan.

Theo, uit de verte, zag 't meisje daar krabbelen met onbeholpen armgezwaai, telkens bukkend naar de aanhoudend de voeten ontglissende schaatsen en verbaasd vroeg hij zich af, wie dat nu wezen kon. Nader gekomen herkende hij haar. Want ze kenden elkaar, zoals in 'n kleine stad ieder naam en woning van de ander kent, doch gesproken hadden ze elkaar nooit. En nu ze daar met z'n beidjes alleen stonden op de verlaten tocht, voelde de jongen zich verlegen, wilde haar toch wel helpen,

82

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.