wijzer vooral dan Theo, die ze gewoon was te bedillen om z'n kleren, z'n dassen en dikwijls inkt-bemorste handen.
'Je moet niet grof worden,' zei ze in 'n eigenaardig nuffig-gereserveerd toontje van meisje dat haar overwicht voelt... 'en denk je soms dat 't mijn zaken niet zijn... dat jij met zo'n Jodin loopt... Je lijkt wel mal... of 'r niet genoeg anderen zijn...'
Theo antwoordde niet, begon zachtjes te fluiten, voortdurend speels-doend met z'n boeken en dat prikkelde Nel tot heftiger toon. 'Kan-je geen antwoord geven, zeg... Ma is veel te goed, dat ze 't toelaat... als pa 'r nog was... als Bert niet weg was... je zou eris wat zien!'
'En wat zou je zien? Ik ben geen klein kind... geen jongetje van de bewaarschool... vraag jij soms aan Bert of je met Joop Reeder mag wandelen in de maneschijn... omdat-ie nou student is... en handschoentjes draagt!'
'En geèn Jood is,' vulde Nel, vinnig-haastig, aan, dan, reagerend op Theo's smalend 'wandelen in de maneschijn' zei ze hoog: 'En dat is ook hélemaal wat anders... Ma en Bert weten 'r alles van... als Joop kandidaat is, volgend jaar, wordt 't publiek... En Joop is ook helemaal iemand van onze stand
'Stand... stand,' protesteerde Theo, zich opwindend ... 'op Juultje d'r stand is waarachtig niks aan te merken. Had Til Wessels daar soms óók wat op te zeggen; laat ze dan naar d'r vader kijken, die krentenweger...'
'Til is alweer in elk geval géén Jodin,' hield Nelly vol, treiterig-taai... 'en 'r stand... nou ja... zó intiem ben 'k óók niet met 'r... maar ze is in m'n klas.'
'En ze laat je afkijken,' spotte Theo, 'en ze smokkelt voor je met repetitie... en dan vraag je ze deris 'n keertje en dan is Til alweer lékker.'
Nel haalde de schouders op, schudde de opverende, door 'n kokette strik bijeengehouden krullen, en zweeg even. Dan begon ze weer, nu eigenwijs-bedaardjes, wat overredend, als 'n helemaal-volwassen mens:
'En wat denk je nou te doen, als je ouder ben... Of denk je maar nooit over je toekomst?'
Verbaasd keek de jongen haar aan, antwoordde niet...
76