kirren; de kinderen in 't donker, stoeiden daar zacht, ingehouden om 't slapen der ouders, kietelden mekaar. Achter de overhangende slippen van 't witte kleed was dof gestommel van armen en benen, soms de luidere klap van 'n hoofd, dat onzacht neerbonkte op de vloer, dan 'n pijnlijk 'au' en even grienend kibbelen. Dan bewoog de vader even in z'n kreunende stoel, bromde wat, en onder de tafel was 't een ogenblik benauwd-stil; tot weer onverstoord het regelmatig snorkgeluid zagend zong door 't duister. Langzaam-aan ging 't geweld dan opnieuw aan de gang, kirde ingehouden nerveuze proestlach, als ze mekaar kietelden, rolden ze stoeiend over-mekaar heen, dat de hangende randen van 't tafelkleed ervan opvlogen.
Ten slotte kregen ze daar toch ook genoeg van, en met rode, gloeiende gezichten, de haren verward, de koppen bezweet, kwamen ze weer onder de tafel vandaan gekropen, nalachend tegen elkaar om de pret, waar vader en moeder niets van gemerkt hadden, lekker, die 't stoeien onder tafel altijd verboden.
Doch al gauw kroop de verveling opnieuw in ze op, begon ze de duistere stilte te irriteren, kregen ze 'n wrevele lust, nu eens zo'n herrie te maken, dat vader en moeder ervan ontwaakten en dat regelmatige, suffe gesnork tenminste uit zou zijn. Maar ze durfden niet, klitten weer voor 't raam, keken naar de bevroren sloot en gaapten, de een na de ander, met wijde monden, dat hun ogen ervan traanden en ze er zelf om lachen moesten, met korte zenuwachtige grinnikjes, zonder vrolijkheid.
In de achterhuizen aan de overkant brandde allang licht, kleine, stille lampjes, die hier en daar in 't duister opgloorden... maar de Sabbath duurde nog steeds.
Een van de jongens klom op 'n stoel, betuurde, z'n ogen scherp-loerend, de in 't zwarte donker verzonken wijzerplaat, klom weer af.
'Hoe lang nog?' vroegen ze gretig...
'Nog zève menute...'
De vader ontwaakte, richtte zich met 'n ruk op in z'n kreunende stoel, schraapte z'n keel, smakte hoorbaar met de droge lippen... 'Hè... hè!' schorde z'n stem... 'wat is er... zei-jullie wat?'
58