waar toch geen licht mocht ontstoken worden, vóór wettelijk de Sabbath geëindigd was, vóór er drie sterren zouden in één oogopslag aan de hemel zichtbaar zijn, - en wanneer de sterren uitbleven - als nu met die wolkige winterlucht - vóór de traag-tikkende klok 't nauwkeurig, voor iedere Sabbath apart, vastgestelde eindmoment zou aanwijzen.
Nu wisten de kinderen helemaal niet meer, wat ze in de nog restende tijd van wel 'n uur en langer zouden aanvangen, in die hete, schemerige kamer.
Snel daalde 't duister, 't vulde eerst de verste kamerhoeken, kroop dan langzaam-aan tegen de wanden op, dat, 't een na 't ander, de stoelen en de kast en de klok erin verdompelden. Laatste glansjes, op meubels, op de wijzerplaat, doofden, lijnen gingen te loor, meubel-omtrekken verdoezeld, versmolten zoetjes in 't al dieper aanzwartende duister, tot alleen de tafel met z'n witte kleed in dat hete donker nog te voorschijn schimmerde.
Diep in z'n stoel, naast de kachel, sliep de vader alweer, de rug naar 't raam, z'n vest losgeknoopt, 't hoofd achterover. Zachtjes kreunde z'n licht ronken door de duistere kamer. De moeder zat bij de tafel als in afwachting, haar kousevoeten maar steeds broeiend op hete stoof, de sloffen ernaast. Suffig bestaarden haar ogen door 't gordijnloze raam de trieste, schemerige achterenden, nog even te onderscheiden over de sloot heen.
Vóór 't raam stonden de kinderen, tikkelden spelend tegen de ruiten, praatten zacht, 't Was te donker om te lezen, en daarvan hadden ze nu ook wel al genoeg... maar buiten waren stellig nog wel vriendjes te vinden... gedempt klonken speelkreetjes van de straat af 't stille huis in. Doch ze wisten 't, Sjabbes-middag na 't eten mochten ze niet meer de deur uit.
'Willen-we 'n beetje onder de tafel spele?' fluisterde 't oudste broertje..., 'moeder slaapt nou ook al.'
Onder tafel was 't volslagen duister en met z'n vieren kropen ze daar nu bij elkaar.
Bij de kachel snurkte zacht de vader en de moeder sliep, 't hoofd voorover gezonken op tafelkleed, voeten op hete stoof. Traag tikte de onzichtbare klok. Van onder de tafel begonnen zenuwachtige lachgeluidjes op te
57