In de schaduw

Titel
In de schaduw

Jaar
1907

Druk
1983

Overig
herdr 1983

Pagina's
167



toch niet zou durven klikken, maar aan 't peuzelen gegaan.

'God zal jullie wel vinde,' dreigde 't kind, met koddige ernst, zelf-voldaan over eigen deugd.

'Nou laat-ie,' riep de ene broer, overmoedig, maar hij schrok er zelf van. 't Jonger broertje had 'n voorstel.

'La-me 't padje aflope... en 't land in, over de slote springe.'

Overleggend stonden ze stil op de hoek van 't armelijk straatje, dat ze al slenterend bereikt hadden. Vreemd contrasteerden daar hun zindelijke Sabbathkleren en glimmende schoenen met al 't groezel-grauwe, 't winters-trieste rondom..., de bevroren sloot, waar 'n bruine, verlaten zolderschuit in 't ijs gebakken lag, de vervuilde huisjes, 't kruijenierswinkeltje met de rommelige etalage van tweede-rangs-eetwaren voor 't hoekvenster en 't verweerde uithangbord met haast onleesbaar kreupelrijm. Aan de overhoek was 'n spekslagerijtje, laag van verdieping. De deur van 't nauwige winkeltje stond open, 'n vrouw boende er de hakblokken, praatte schreeuwerig tegen de klant, spichtig loopmeisje dat maar instemmend knikte, terwijl naar de slager keek, lange kerel met glimmend rode tronie, z'n voorschoot een-en-al bloed en vuil. Die sneed vette lappen. Weeïg kerfde 't wrede mes in 't weke zacht-rose vlees, 't blanke vet. Dan plakte hij de lappen op elkaar, smeet ze op 'n bascuul van deukig, dof koper.

De kinderen, met z'n vieren in 'n klusje op de hoek, overlegden, wat ze doen zouen. Thuiskomen mochten ze nog niet en de warme kamer daar, waar vader en moeder nu zeker allebei sliepen bij de kachel, trok ze ook maar weinig aan. Ze besloten dan, 't land nu maar in te lopen en greppeltjes-te-springen.

't Doodlopend padje van maar 'n twintig verzakte, schamele huisjes, gescheiden door rommelige erfjes, vol met regentonnen en vergane kippenhokken en stapels oud roest, was algauw ten end. Bij 't laatste huisje, dat met z'n smerige zooi van schuren en bijhokken aan 't weiland grensde, verliep 't smalle plaveisel-strookje - 't padje was maar over halve-breedte bestraat - in 'n soort van soppige modderkuil, te groot voor 'n oversprong en

53

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.