Nu klonk er zacht geslof in de gang en de Rebbe herademde. Z'n gezicht ontspande in de blije verwachting van iets prettigs, dat-ie op komst wist:... 't kop koffie, dat 'm z'n vrouw brengen kwam. Hij was bek-af, voelde hij, en wat warm drinken zou 'm goed doen.
Maar zodra de oude vrouw 't lokaal inkwam, begon 't getier van nieuws af... 'Rebbetzeente... Rebbetzeen-te...' bierden de kinderen.
'Breng-u ons ook 'n koppie leut...' riep Jozef met 't sproetengezicht.
'Met 'n lekker gevuld boterkoekie,' schreeuwde Bram erachter, 't dik-Joods accent van Jozef nadoend.
De oude vrouw, met 'r bol-geel gezicht met ronde lichtbruine ogen onder gladde bandeau, glimlachte eerst, 't Gebeurde wel meer, dat de jongens 'r wat toeriepen bij 't binnenkomen en ze merkte niet zo dadelijk 't verschil tussen 't onschuldig plagen van anders en de boosaardige bandeloosheid van vandaag.
Doch dan zag ze haar oude man bij z'n tafeltje zitten, bleek, 't hoofd in de hand... de ogen half-gesloten en ze wilde haastig naar 'm toelopen. Maar Bram hield haar vast bij de band van haar bont schort... 'nou, krijge we een koppie... en 'n koekie?' Boos keerde ze zich om.
'Aap van een jongen,' schold ze... 'laat-je me los... brutale rakker... mag jij 'n ouwe vrouw koejenere?'
'Zal 'k u paardenere?' uïigde de jongen, steeds de band vasthoudend.
'Lós zeg ik,' herhaalde de oude. En dan, inenen, kantelde de volle kom op et schoteltje, 'n onwillekeurige handbeweging van de oude vrouw deed 'm omtuimelen en neerkletteren op de houten vloer.
De Rebbe keek nu op en Bram liet haastig 't schortband los. De oude keek naar z'n vrouw, die halfhuilend de grote koffieplek in 'r schone schort beschouwde... naar de witte scherven en de traag-vervloeiende bruine plas op de vloer. En werktuiglijk greep hij weer naar de stok... maar moedeloos zonk z'n hand neer en z'n hoofd liet hij tegen de stoelleuning vallen, sloot de ogen in 't magere gezicht.
De oude vrouw liep terug 'wacht maar effetjes' troostte ze... 'k bin zo weerom... en met 'n boze blik op de
24