praten kunnen’ behoudens zeldzame uitzonderingen.
Nauwelijks kan men zeggen dat de Kastedrift wet en zede doorbreekt, beter kan men het zo formuleren: Wet en Zede bestaan niet voor de Kastedrift. ‘Eerbied voor de Wet’ eist men van anderen, zolang de wet de eigen Kastedrift bevredigt. Bij de geringste bedreiging van zijn onrechtmatige voorrechten, wanneer de wet niet langer zou willen zijn ‘servant of his property’ wordt de man, die als ‘servant of the law’ op stakers laat schieten, onmiddellijk een saboteur of een oproerling. Dit leert ons elke Rechtse terreur.
Kastedrift doorbreekt alles, is sterker dan esprit-de-corps, sterker dan zedelijke, redelijke, wetenschappelijke en sportieve bekommeringen. De sport moge de Engelsman een tweede religie zijn, de Prins van Wales, schoon hij nauwelijks een stok hanteren kan, wordt na een schijnvertoning, die met alle sport-fairness en sport-ernst de spot drijft, tot captain van de gezamenlijke Engelse golfspelers uitgeroepen. Sport verbroedert! Welaan, dan ook het onderscheid tussen ‘amateurs’ en ‘professionals’ maar uit de weg geruimd. Ah, neen, dat liever niet. Laat men desnoods samen spelen, opdat de overwinning verzekerd blijve, maar laat er een distinctief zijn. En lees nu dit natuur-getrouwe x-tal-exposé: Mr. Brown, Green, Red, Mr. Yellow, Mr. Black, White, Grey enz.... De Gentle-man-player krijgt het Mr. voor zijn naam, de ‘prof’ niet. Zo kan men samen zijn, zonder zich te encanailleren!
En wat blijft er voor de Kastedrift van de heerlijkheid der deugd, het prestige der wetenschap, de glorie der dapperheid? ‘Virtus nobilitat’ staat er op onze Leeuw, maar elke hofpias draagt hem op zijn hansop. Doctoraten honoris causa vallen ‘gekroonde hoofden’ ten deel, elfjarige prinsjes zijn reeds hoger in rang dan oude officieren, op ministeries en postkantoren verdeelt zich het personeel in commiezen en klerken, d.w.z. in heren en mannekes, bij het m.o. heeft de verdeling in ‘academisch gevormde’ en andere leraren au fond dezelfde betekenis. Men vraagt elkaar, hoeveel twaalf maal dertien ook weer is en waar precies Madagascar ligt, maar voor geen werelds goed, hoe men die asperges eet. Men schaamt zich heel wat meer over de brave tante met de zeep, dan over de rijke
88