zaamheid bedriegelijk is, daar ze toch altijd dromen van een wereldbeheersend wereldrijk. Dat de Romeinen en vooral de Germanen bij assimilatie met andere volkeren deze van hun geest doordringen, bewijst hun superioriteit, dat de joden het doen, bewijst alleen hun opdringerige aanmatiging. Een woord van Philo om zijn geloofsgenoten te prijzen, heet in dit boek de ‘intoleranten Ton des Rassenhochmuts’...
'Les tentatives de ce genre de psychologie se resolvent trés souvent en un verbiage des plus insipides. On dirait que cette pseudo-sciencc est composée d’une série de phrases stéréoty-pées, dont les adeptes se servent au gré de leur caprice. On re-marquera, par exemple, que lors que Giesebrecht, le célèbre historiën allemand, a voulu peindre les anciens Germains, il eut recours a leur égard aux mêmes fonds de louange que Thierry avait employé pour glorifier les Gaulois!’ (Finot.)
Inderdaad blijkt dit hele complex, dit ‘Vast System of things hidden, things unanalyzed, things misrepresented’ niets dan de stilling der behoefte aan ‘wetenschappelijke’ grondslagen van onze tijd voor de oude uitverkorenheidswaan.
‘Lors que Mommsen se mettra a parler des Celtes, soyez convaincu qu’il saura nous étonner au même titre que ses devanciers. II leur attribuera toutes les vertus et tous les vices dont les Allemands gratifient les Francais modernes!’
‘On restera encore plus perplexe (dit citaat heeft geen verband met het voorafgaande) devant les déductions qu’on ti-rera de la psychologie celtique relatives aux Francais de nos jours. On nous dira alors sans broncher que “la volonté chez le peuple francais a conservé le caractère explosif, centrifuge et rectiligne qu’elle avait dé ja chez les Gaulois.” ’
Hoezeer de collectieve hoogmoed een beletsel is voor het oordeel, leert ons het voorbeeld van Plutarchus, die in zijn dubbelserie beschrijvingen van ‘Illustere Mannen’ voortdurend Griekse vrijgevigheid naast Romeinse verkwisting, Griekse waardigheid naast Romeinse hoogmoed, Griekse voorzichtigheid naast Romeins wantrouwen stelt, en zulks ondanks het onmiskenbaar eerlijk streven naar onpartijdigheid, hetwelk de ‘antropo-socioloog’ uit de school van Chamberlain maar al te zeer ontbreekt. Het is dan ook niet zonder innige voldoening