tegen de gepleegde moord ondervinden. Twijfel en onrust zullen hem bestoken omtrent het gerechtvaardigde van zijn daad.
Voor de verdediging van de collectieve eigendom, neen zelfs de uitbreiding daarvan, is diezelfde man tot elke daad bereid. Noch anderen noch hij zelf vragen hem rekenschap van zijn daden. Hij kan zijn laagste hartstochten uitvieren, zonder er hinder van te ondervinden. Zijn ‘geweten’ zwijgt. Zijn moordtuig is door zijn priester gezegend, is zijn kinderen een heiligdom, blijft zijn vrouw een relikwie —, als hij het tenminste niet met zich mee neemt in de ‘andere wereld’. Met muziek ging hij uit, met muziek kwam hij thuis. Het nationalisme doet de remmende werking van de ‘immanente voorkeur’ teniet, verbijstert het verstand, versmoort het ‘geweten’ en stelt in staat tot ‘kwaad doen en blij zijn’1, de formule der Zelfvermomming.
Volkomen dezelfde rol speelt het nationalisme op intellectueel gebied.
In de aangeboren belangstelling in de mensheid en haar roerselen in het verledene en het verwijderde streeft de mens naar het Begrip. Een wezenlijk historisch besef immers is de aangewezen weg naar zelfonderscheiding. Doch aan dit zo naarstig en moeizaam nagestreefde wordt al weer door het nationalisme alle wezenlijkheid en dus alle waarde ontnomen. Nog niet eens spreek ik van de collectieve eigendunk, ofschoon gerust gezegd kan worden dat hij alle bestaande ge-schiedschrijvingen, hetzij als bewuste zelfingenomenheid, hetzij als verblinding, vertroebelt en ontsiert. Neen, wat ik nu bedoel, is de zo vanzelfsprekend schijnende en zo absurde indeling in volkeren, al dan niet gebaseerd op zogenaamde raskenmerken, die deels fictief, deels verdwenen zijn, die niemand vermag te definiëren, die zelfs in hun volheid de wezenlijke levende onderscheidingen van het Begrip, de zelfonderscheidingen des Absoluten, niet raken, doch die intussen voor die wezenlijke onderscheidingen het menselijk oog voor goed verduisterd hebben. Het loffelijkst streven naar ‘onpartijdig-
62
1
Variant op Spinoza: ‘Weldoen en blij zijn.’