Hedendaags fetisjisme

Titel
Hedendaags fetisjisme

Jaar
1980

Pagina's
253



mierenvolk heet. Ziet men echter bij mensenvolkeren een dergelijke overeenkomst, dan legt men onmiddellijk causaal verband en beeldt zich in, dat men het opzettelijk, bewust zo heeft ingericht, bijvoorbeeld op aanwijzing van een studiecommissie, die elders ‘de toestanden heeft bestudeerd’ en die men bij de mieren bezwaarlijk veronderstellen kan. Nu pleegt men wel gedachteloos van bijen, mieren en bevers te zeggen, dat het ‘schrandere dieren’ zijn, maar niemand onderstelt toch in de individuen dier gemeenschappen het vermogen, om zelfstandig te denken over problemen, die hun collectief belang te boven gaan, niemand verwacht van een bij een persoonlijk oordeel over ethische, juridische, filosofische aangelegenheden.

Kon men nu in de mens ook maar onderscheiden tussen zijn onpersoonlijk kuddevernuft — dat altijd, evenals dat der andere kuddedieren, op belangen is gericht —en zijn persoonlijke intelligentie — die op onderscheidingen, op problemen, en dus op zijn opheffing, tegen zijn belang is gericht — dan zou men zich niet, zoals bijvoorbeeld Spencer voortdurend doet, verbazen en bedroeven over de grenzeloze stupiditeit, het schromelijk tekort aan redelijk besef, de hotte onverschilligheid voor ‘idees generales’, het lage zedelijke en intellectuele peil van ‘schrandere koppen’, leidende persoonlijkheden in de financiële, politieke en industriële wereld. In Bismarcks Gedanken und Er'mnernngen toonde ik reeds een sterk sprekend voorbeeld van het totaal ontbreken van onderscheidende intelligentie en boven-persoonlijk moreel besef — bij de hoogste mate van onpersoonlijk kuddevernuft.

Het feit alleen dat iemand als Bismarck zich tot schrijven en publiceren geroepen en gerechtigd voelt, is de beste getuigenis voor de verwarring op dit gebied. Bankdirecteuren, ‘in-dustrie-koningen’, ‘hooggeplaatste staatslieden’, allen houden ze hun sluwheid, hun geduld, hun listig beleid voor intelligentie —, allen voelen ze zich dus, aangemoedigd door toejuiching en vleierij, tot oordelen, tot voorspellen en tot zeggingschap geroepen, terwijl ze tot geen enkel oordeel in staat zijn, noch over hun eigen noch over andermans werkzaamheid. Zij zijn de onpersoonlijke dragers van het collectieve kuddevernuft.

54

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.