stranger’1, dit geldt voor de ‘savages' van alle Kudden en van alle tijden. Tegenover de ‘love and sympathy’ die de band tussen compatriotten zou zijn, staat de woeste, bloeddorstige haat jegens ‘de Vijand’, enkel, omdat hij de Vijand is. Wezenlijke ‘love and sympathy’ voor de onbekende landgenoot, en deze mate van haat en woede jegens andere onbekenden achter een bepaalde grens, kunnen niet in één boezem samen wonen. ‘A member of the same community’ is ‘a member of the own body’ dat in de Kudde zijn enige verschijningsvorm heeft.
Laat ons dit ‘ei van Columbus’, deze theorie omtrent de Kudde als een collectief-organisme met een collectief vernuft verder bebroeden.
Elkeen weet, welk een fantastische hypothesen er zijn gebaseerd op het verschijnsel dat men bij primitieve volkeren in de meest uiteenliggende streken zulke sterk overeenkomstige elementen van wereldbeschouwing aantreft, waarin o. a. watervloeden, en paradijstoestanden door schuld verspeeld, dikwijls een rol spelen.
Wanneer men, gelijk bij de gangbare beschouwingswijzen wel geschieden moet, aanneemt dat dit alles het resultaat is van individuele geestelijke werkzaamheid, dan moet dat overal aantrefïen van dezelfde gegevens wel verwarrend werken en moet wel een mysterieus contact, verloren verkeerswegen, verzwolgen werelddelen worden bijeengefantaseerd. Denkt men zich echter de mensen-kudde als de bijen-kudde met een collectief vernuft toegerust, dat dan in Kudden van dezelfde soort overeenkomstig is, dat bij alle bijen-kudden dezelfde celbouw-berekeningen en bij alle mens-kudden uit dezelfde voorstellingen en begrippen dezelfde legenden voortbrengt, dan is het laatste volstrekt niet verbazingwekkender dan het eerste.
‘Scarcely any paleontological discovery is more striking than the fact that the forms of life change almost simultane-ously throughout the world.’
Dit is de aanvangszin van een hoofdstuk in The Origin of Species getiteld ‘On the Forms of Life changing almost simul-
51
1
The Descent of Man, pag. 168.