und Recht’ de grondslagen heten van het gemeenschapsleven, en dat zedelijk leven en gemeenschapsleven zonder bewijsvoering worden vereenzelvigd — een zienswijze, die trouwens volkomen in overeenstemming is met Plato’s Staat.
Staatsbeschouwingen, welke uitgaan van Paradijslevcn en Zondeval kunnen hier onbesproken blijven. Dit ‘uitgaan van de Schrift’ (ik herinner aan Bossuets Politique tirêe de Ja: Sainte Ecriture) duurde tot Hobbes, die daarom dan ook wel ‘de vader van de moderne filosofie’ wordt geheten. Algemeen was tot dan ook aanvaard de stelling van Aristoteles, dat de mensen elkander hebben gezocht, omdat ze ‘gezellige (gezelschap zoekende) dieren’ zijn, doch Hobbes ontkent dit. In zijn zienswijze is de Natuurlijke Staat een staat van vijandschap van allen tegen allen, zodat de mensen, tot onderlinge beveiliging, zich tezamen voegden, contracten maakten en een koning kozen.1
Hegel, in zijn Encyclopaedie, bij zijn definities omtrent Zede, Recht en Staat,2 citeert en onderschrijft Hobbes’ opvatting, aanvaardt als ‘vanzelfsprekend’ de Natuurtoestand als aan de staatsvormen voorafgegaan en zegt daarover: ‘Das Recht der Natur ist darum das Dasein der Starke und das gel-tend machen der Gewalt, und ein Naturzustand ein Zustand der Gewalttatigkeit, und des Unrechts, von welchem nichts Wahreres gesagt werden kann, als dafi aus ihm herauszugehen ist. Die Gesellschaft ist hingegen viel mehr der Zustand in welchem allein das Recht seine Wirklichkeit hat, was zu beschrdnken und aufzuopfem ist, ist chen die Willkiir und Gewalttatigkeit desNaturzustandesd (spatiëring [hier cursivering] van C. v.B.)
Ook in de volgende paragrafen wordt ‘de Staat’ opgevat als een Eenheid, als een ‘Vieleinigkeit entgegengesetzter Interessen’3 en logisch daarmee samenhangend is de opvatting
40
1
Ik herinner hier aan wat ik zei in Prometheus: dat Hobbes klaarblijkelijk in zijn politiek geschrift Leviathan die vijandschap zo scherp stelde, om tot de noodzakelijkheid van het absolutisme te kunnen komen.
2
Pag. 998 par. 536 enz.
3
Noot van Bolland op pag. 1019.