poëzie, zo muzikaal. Inderdaad. Maar zoals een dichter muzikaal is, niet zoals een componist het is. Werelden liggen daartussen. Een gezelschap ‘muzikalen’ is misschien nog veel he-terogener dan een gezelschap ‘helden’ of ‘misdadigers’. Menig Muzikale staat de niet-Muzikale die uit dezelfde bron iets anders haalde, veel nader dan een ander Muzikale die op andere wijze muzikaal is.
Een kunsthistoricus verzekerde mij eens: ‘Alles wat je kunt zien kun je ook tekenen’. Dit had mij pijnlijk en dwaas in de oren kunnen klinken, omdat picturale aanleg juist bij mij in exceptioneel geringe mate ontwikkeld is, terwijl toch uit de beschrijvingen in mijn boeken zou zijn af te leiden dat ik wel eens wat ‘zie’. Ik herinner mij hoe ik eens een dag lang als het ware vertoefde in een kamer die ik had beschreven, waar kinderen te gast komen bij een oude vrouw en waar de sinaasappelen ‘vurige strepen trokken over het witte kleed’. Die kamer, met het blanke licht, stond voelbaar om mij heen.
Kan men van een zo geaard mens zeggen dat hij niets ‘ziet’? Voorzeker wel. Daarom gaf ik dan ook die kunsthistoricus volkomen gelijk. Werelden liggen alweer tussen de picturale visie en de ‘literaire’ visie, ook al hebben ze dezelfde objecten. Men kan tegelijk van het ene volkomen verstoken en in het andere bijzonder begaafd zijn. En de meermalen vernomen betuiging: ‘Hoe is het mogelijk dat u helemaal niet kunt tekenen’, spreekt alleen van de gewoonte het incidentele als essentieel op te vatten, door het fundamenteel begripstekort dat overal de redeloze groeperingen produceert.
Evenmin nu als het lijfelijk zelfbehoudsinstinct zich beperkt tot bewust zelfbeveiliging, even goed als het optreedt als verzet van het organisme tegen opheffende (vernietigende) elementen, evenmin bepaalt zich het uit de ‘Levensdrift’ voortvloeiend begripstekort, de neiging, het incidenteel zich tezamenbevindendc als het essentieel tezamenbehorcnde op te vatten, tot het foutieve oordeel, ook hier werkt de Levensdrift door buiten het gebied waar het oordeel wordt gevormd. M. a. w. ook onbewust voegt de menselijke geest het tege-lijkertijd-geziene, gehoorde, gerokene, ondergane tezamen, en zo komt dan aanhoudend tot stand, wat ik de bizarre associa-
:8