Hedendaags fetisjisme

Titel
Hedendaags fetisjisme

Jaar
1980

Pagina's
253



In Prometheus heb ik bij de vergelijking tussen Bossuet cn Augustus Comte beproefd de overeenkomst aan te tonen tussen de theologische en de positivistische geesteshouding, door in beiden de hang naar, en het hangen aan zekerheden en verzekerdheden bloot te leggen, als een afspiegeling van des Ab-soluten zelfontvlieding, dus in onmiddellijk verband met het begrip der Totaliteit. Op zijn terrein en op zijn wijze is de theoloog positivist. Tegenover hen, als het ware op gelijke afstand van beiden, bevindt zich de denker die de zekerheid wantrouwt en schuwt. Heeft nu de vader-theoloog twee zonen, waarvan de een de wijsbegeerte, de ander de wetenschap beoefent, dan zal het allicht heten dat de eerste naar de vader aardt, omdat ze misschien dezelfde auteurs citeren, doch redelijk beschouwd, aardt de positivist naar de vader. Hier is een essentiële, ginds een incidentele overeenkomst.

Even heterogeen als een gezelschap ‘misdadigers’ of ‘gelovigen’ of ‘geleerden’ is ook een gezelschap ‘helden’. Sommige zogeheten heldendaden eisen overleg, andere hete drift, sommige zedclijke, andere fysieke moed, sommige overmaat, andere tekort aan imaginatie. De held in de reddingboot heeft aan de overmaat, de held op het slagveld heeft aan het tekort behoefte. Een heet-driftige vader en een koel-beraden zoon, of een imaginatieloze vader en een imaginatieve zoon kunnen nu elk een heldendaad verrichten zonder dat er van heriditeit sprake is. Omgekeerd kan de heet-driftige zoon van een heet-driftige held zich in een toestand die koelbloedig heldendom vereist als een lafaard gedragen en toch essentieel naar de vader aarden. Zolang echter het constateren van erfelijkheid zich op het incidentele richt en niet op het wezenlijke, zolang zijn de betreffende groeperingen en theorieën waardeloos.

Overal leidt dit fundamentele begripsdefect, de zucht om te groeperen, gepaard aan de onmacht om wezenlijk te groeperen, tot onwaarachtige groeperingen cn deze tot ongerijmde conclusies.

Een componist vroeg eens aan Heine, hem enige liederen te zenden, waarbij hij muziek wilde componeren. Maat cn toonaard waren vermeld. Er kwam niets van terecht, en de componist toonde zich teleurgesteld. Eleine was toch, blijkens zijn

^7

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.