dit zo is, dc geest die alles regelt, ook alles ordenen moet als best is en dat derhalve wanneer iemand de oorzaak wil uitvinden omtrent ieder ding, hoe het ontstaat of vergaat of bestaat, hij daaromtrent dit moet uitvinden: hoe het voor dat ding best is of te zijn of wat-anders-ook te ondergaan of te doen.’
‘Ik meende van de oorzaak betreffende het bestaande een onderwijzer gevonden te hebben niet alleen naar de geest, maar naar mijn eigen hart: Anaxagoras, en ik meende, dat hij mij eerst wijzen zou of de aarde vlak is of bol, en nadat hij dit aangetoond had, achterna de oorzaak en de noodwendigheid uiteenzetten, besprekend wat best voor haar is en dat het best voor haar is zó te zijn en wanneer hij zou zeggen dat zij in het midden is, dan dacht ik dat hij daarna zou uiteenzetten dat het beste was, dat zij in het midden is, en als hij mij deze dingen zou verklaren, was ik gereed geen andere soort van oorzaak meer te begeren. Want ik meende dat hij, daar hij immers beweerde dat zij door de geest geordend waren, hun nooit een andere oorzaak zou kunnen toedragen dan dat het beste is, dat zij zo zijn als zij zijn...
...En voor geen geld zou ik mijn verwachtingen verkocht hebben, maar met grote ijver nam ik zijn boeken ter hand en las die zo veel ik kon om zo veel mogelijk het beste (en het slechtere) te weten.
Van wonderlijk hoge verwachting dan, o mijn vriend, stortte ik neer, toen ik al voortlezende een man gewaar werd, die de geest volstrekt niet in toepassing bracht tot het regelen der dingen, maar lucht en ether en water en vele andere wonderlijke zaken als oorzaken opgaf. En het leek mij dat hij even mal deed, als wanneer iemand beweren zou dat Socrates alles wat hij doet door de geest doet en dan zou trachten de oorzaken aan te geven van al de dingen die hij doet, en al dadelijk zeggen zou dat ik nu hier zit, daarom omdat mijn lichaam is samengesteld uit beenderen en pezen, en dat de beenderen stijf zijn en door gewrichten van elkaar zijn gescheiden, maar de pezen ingericht om zich te kunnen spannen en ontspannen, terwijl zij samen met het vlees en het vel dat hen samenhoudt
20