plex van gedachten en impressies, van voorstelling en gevoel, volkomen overeenkomstig aan wat er in de vertaler zou omgaan, indien hij het gelezene had ondergaan of beleefd. Dit stelt hij dan in zijn eigen taal te boek. Om goed te vertalen, moet men dus feitelijk uit het hoofd vertalen, zonder heugenis aan de woorden en constructies van het origineel. Z.ulk een vertaling is allerminst ‘vrij’ te noemen, ze geeft tot in finesses weer, wat de vertaler van het origineel begrepen en wat hij daarbij gevoeld heeft. Verder kan niemand komen, nauwgezetter kan niemand zijn. Gunt men zich niet de tijd om deze methode te volgen, dan zal men zich ook niet van het idioom der taal, waaruit men vertaalt, bevrijden en schrikken als men leest wat men geschreven heeft!
Aan een vertaling moet men niet kunnen bemerken dat het een vertaling is, en men kan dat bijna altijd. Men mag aannemen dat een groot dagblad in een land als het onze, welks talenkennis zijn glorie is, de letterkundige overzichten van een Frans medewerker laat vertalen door iemand die reden heeft om te menen, dat hij Frans kent — de vertalingen in een groot dagblad, dat ik geregeld lees, zijn eenvoudig week aan week beneden elk peil. ‘Het woord krijgt zijn zin in de zin’, de zin is niet begrepen en het woord ‘vertaald’ aan de hand van het woordenboek. Nogmaals, men moet aan een vertaling niet kunnen merken dat het een vertaling is, maar evenmin mag de taal Hollands zijn. De lezer moet geen ogenblik de onzinnige indruk krijgen, dat de Fransen en Engelsen in het boek Hollands spreken. De taal moet neutraal zijn, zodanig, dat ze gemakkelijk geëcarteerd kan worden, opgelost in een complex van gedachte en voorstelling, impressie en aandoening, waarvan men zich later niet meer moet kunnen herinneren, uit welke taal het tot ons kwam, maar waarin niettemin de fijne nuancering en schakering van aandoening en verbeelding te danken x.ijn aan de fijne nuanceringen en schakeringen van die zelfde taal!
Dit resultaat is slechts te bereiken bij een zorgvuldig vermijden van opzichtige, opvallende, of ook al te ‘literaire’ woorden — die immers allicht ‘mannen-van-tachtig’-associaties zouden opwekken —en van elke nationale en lokale bijsmaak. Juist