De ‘beoefening der klassieken’ beleefde haar bloeitijd, men bedenke dit toch wel, gelijktijdig met de ‘kunsttaal’, met pompeuze kanselarijstijl en brallende rederijkerij, met alles, waarmee de moderne dichter sinds lang gebroken heeft. Te veel vergeet men, dat zich uit die oorsprong de nog immer gangbare traditie is gaan ontwikkelen, in een tijd, toen men zich omtrent het wezenlijk taalgebruik in Athene en Rome, omtrent de nauwkeurige koerswaarde der woorden al niet de geringste zekerheid meer verschaffen kon, zodat de in andere gebieden mogelijke vernieuwing door scherpzinnige en vrije geesten, uitgesloten moest blijven. Niemand vermag een wezenlijk oorspronkelijke vertaling uit een dode taal te leveren, want niemand vermag zich omtrent het oorspronkelijk taalgebruik te vergewissen. Wat voor een nieuwe vertaling doorgaat, is dan ook altijd een overzetting van verouderd Hollands in hedendaags Hollands, of van eens anders onliterair in eigen literair Hollands, nooit een vertaling in de eigenlijke zin, wat de vertaler zich hieromtrent ook in zijn onschuld moge inbeelden. Wat jaar in jaar uit op de gymnasia plaats grijpt, is eenvoudig het overhevelen der tradities van het voorafgaande in het volgende geslacht.
Men moet eens letten op wat er al zo door tijdgenoten, een etmaal of nog minder reizens van hier verwijderd, over Holland en Hollanders wordt geschreven. Door Engelsen, Noren, Italianen, van Amerikanen gezwegen. Geen Hollandse eigennaam of hij is verkeerd gespeld, geen Hollandse overlevering of ze is verkeerd overgebracht, geen Hollands spreekwoord of het is verkeerd toegepast. De dwaasheid is er met lepels af te scheppen, uit de geringste schijn worden de boudste conclusies getrokken. Ook zou men eens een griezelboek als Das grilne Ge-sicht moeten lezen, om te weten, hoe een modern Duits auteur de Amsterdamse jodenbuurten en schippersbuurten en hun bevolking ziet. Misschien zou men dan wat minder zelfverzekerd over Oosterse cultuur, middeleeuws gemoeds- en Oud-Grieks geestesleven spreken.
Zo zal dan, om hierop terug te komen, elke vertaling de tekorten vertonen, welke voortkomen uit ongewisheid, onkunde, tradities, en suggesties, en vaak ook daardoor een gekunsteld-