is gebaseerd op wat ik nu wel langzamerhand weet van het taalbegrip dier ontwikkelden. Maar nu de eigenlijke vraag.
In de associatie van naam en ding wordt dus, zei ik, de taal a.h.w. geëcarteerd. ‘Heten’ doet zich voor als ‘zijn’, gelijk in de eigen taal. Dit ecarteren van de taal geschiedt te volkomener naarmate men die taal beter kent. Elkeen kan dat in zich zelf nagaan.
Hoe dikwijls gebeurt het niet, dat men zich een aangrijpend of lachwekkend toneel in een roman, of wel een uiteenzetting omtrent beelden, gebouwen, schilderijen in een boek over kunsthistorie tot in bijzonderheden herinnert, zonder zich echter te kunnen herinneren, in welke taal men het las. Betreft het een roman, dan brengt de een of andere naam meestal licht, maar mensen, die Franse en Duitse boeken raadpleegden in dezelfde periode over hetzelfde onderwerp, hebben mij verzekerd dat ze zich dikwijls van beschrijvingen alles herinneren, behalve de taal, waarin ze gesteld waren. In zulk een hoge mate hadden ze, lezend, de taal geëcarteerd, zo onmiddellijk had zich woord omgezet tot begrip, voorstelling, aandoening, impressie. Op welke wijze hadden die lieden nu eigenlijk van het ‘lezen in het oorspronkelijk’ geprofiteerd? Op geen enkele. ‘Oorspronkelijke taa'l’ is een fictie, omdat ‘taal’ een fictie is.
Hoe minder men eigenlijk een taal kent, hoe zwaarder men haar gewaar wordt, hoe meer men ermee vertrouwd raakt, hoe volkomener men haar ecarteert. Dit beduidt dan ook een afstomping tegenover metaforen en beeldsprakige woorden, geliik aan die tegenover het overeenkomstige in eigen taal. Kent men een taal nog niet voldoende, dan merkt men alles op, is over alles opgetogen. Ik herinner hier aan de exaltatie voor ‘sarong soerat’, voor ‘tampat goela’ en voor de ‘Schitterende Graaf van den Bosch’. Zo vond een vertaler uit het Russisch de uitdrukking ‘hoor hem stromen’ zo ‘beeldend’ dat hij het noodzakelijk moest laten staan. ‘Hoor hem doorslaan’, aan het doorslaan van de zangvogel ontleend, is nog wel zo beeldend, maar om dat op te merken, moet men zich kunnen verwonderen, iets anders dan zich vergapen. Wat zou het gevolg zijn van een dergelijke vertaalmethode? Dat, wat door de auteur zonder bijzondere nadruk of ophef is gezegd, in de vertaling veel
2 i S