Hedendaags fetisjisme

Titel
Hedendaags fetisjisme

Jaar
1980

Pagina's
253



van wat hij mijdt, om van zijn innerlijkste leven onmiskenbaar te doen blijken, en de zo licht verstoorde harmonie zuiver te bewaren, vermocht die vrouw te zoeken of te mijden, en zo is er dan ook, door het ontbreken van het enig-mogelijke controlemiddel, nooit eenstemmigheid, nooit enige zekerheid omtrent het gehalte van haar verzen verkregen, omtrent haar gehalte als dichter.

‘Zon van mijn dagen’, tegen een geliefde vrouw gezegd, schijnt afgezaagd bij het ridicule af. Ik schrok dan ook op, toen ik het aantrof bij een dichter van goede reputatie. Maar doorlezend, bemerkte ik: hij meent het... En zo bleek dit ‘zich-rekenschap-geven’ ook hier het criterium van het zuivere begrip. Zoals Anatole France het woord ‘médiocre’, zo heeft deze dichter het ‘zon van mijn dagen’ gerehabiliteerd, door er zich rekenschap van te geven, door het te ‘menen’, toen hij het gebruikte.

Omgekeerd treft men vaak in stumperige vertalingen woorden aan, die ‘mooi’ zouden kunnen zijn, als ze ‘gemeend’ waren. Zo las ik ergens: ‘Hun vergrendelde voorhoofden.’ Maar twee regels verder: ‘Het volk verdeelt zich (se divise!) in landbouwers en vissers.’ En ‘Het volkje is trots en niet bedelachtig.’ Weldra bleek, dat de vertaler volkomen onmachtig had gestaan tegenover zijn taak, de zotheden stapelden zich opeen, en het ‘vergrendeld’, dat mooi zou zijn geweest, als het gemeend was geweest, werd walgelijk van grove onbeholpenheid. Wat een woord waard is, hangt er derhalve voor een groot deel van af, wie het gebruikt. En dat ‘wie’, de reputatie van de dichter, hangt dan omgekeerd weer af van de gemeenlijk door hem gekozen woorden.

Wat hier nu van het afwijkend, maar niet foutief geachte taalgebruik is gezegd, geldt evenzeer van het afwijkende en wél foutief geachte. Ook hier is ‘alles geoorloofd, maar niet alles oorbaar’. De filoloog kan de kunstenaar niet beletten, over ‘belegen broodjes’ te spreken, van ‘abrupt’ de a af te kappen, tegen elke constructie in ‘ineensen’ voor ineens of ineenen te schrijven, en ‘ze stonden of hadden ze stokken ingeslikt’, en zelfs ‘op’ en ‘af’ tot ‘oppe’ en ‘affe’ te verbuigen, ofschoon dit laatste niet de inbreuk is op een incidentele regel of regeling,

209

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.