Hedendaags fetisjisme

Titel
Hedendaags fetisjisme

Jaar
1980

Pagina's
253



niet de armen heffen van een zwaar voorwerp, is voor symbolisch gebruik daardoor ongeschikt en derhalve misplaatst. Ook het gebruik van ‘onvermogend’, dat armoede suggereert, voor ‘machteloos’, is een opzettelijkheid, die door geen enkele bijzondere kwaliteit van het woord onvermogend wordt gerechtvaardigd. Evenzo duidt het gebruik maken van afwijkende spellingen, zoals ontzachlijk, cierlijk, princes, luijeren, blaauw, bloeijen, waereld en plaveidsel, als was er wezenlijk schoonheid in een ij boven een i en in een c boven een s, op tekort aan begrip van wat in deze dingen essentieel en van wat bijkomstig is. Van die aard is ook het incidenteel volgen van etymologie en analogie door bijvoorbeeld over de gelegenheid in plaats van de ligging van een huis te spreken. Inderdaad kan daar geen bezwaar tegen zijn, het huis is hier of daar gelegen. Zo was toe-eigenen vroeger opdragen, en hebben boer en buur dezelfde afkomst. Opereren betekent werken, een gulden zou men met recht een goud-tientje mogen heten, een dubbeltje een tientje, zoals een Duitse winkelier het dan ook noemde. En maarschalk is paardeknecht, dat leren we al op school.

Men ‘mag’ dus vrijelijk, met een beroep op analogie of etymologie vertellen, dat men zijn maarschalk een standje heeft gegeven en zijn boek, waaraan men drie j aar heeft geopereerd, aan zijn vrouw toegeëigend, met goedvinden van zijn boerman. Denken we ons echter eens een man, die de herkomst van het hoed-afnemen (het tonen van de geschoren kruin van de lijfeigene aan zijn meerdere) vernomen hebbende, voortaan niet meer aldus verkiest te groeten. Komt hij een kennis tegen, dan knoopt hij zijn vest los of hij trekt zijn linkerschoen uit. Die man is vrij om dat te doen, maar hij toont zodoende duidelijk dat hij een dwaas is, omdat hij in dit leven vol wezenlijke problemen zich druk maakt over een gebaar dat slechts symptomatische waarde heeft, als zodanig even goed voldoet als een codewoord, en waarvan de herkomst volmaakt onverschillig is. Zo de woorden. Welbeschouwd is ‘verschriklijk mooi’ niets barbaarser dan zeer mooi — zeer immers is pijn — welbeschouwd is elektrisch stoomgemaal niet erger dan oude jongejuffrouw, doch er bestaat een symptomatisch onderscheid tussen het gebruik van het ene en van het andere. Men zal het ene gebruiken

201

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.