nalistische taalstrijd dringen, cn maakt zich tot woordvoerder ervan, daardoor op zijn beurt weer meeslepend degenen die niet beseffen, dat iemand een kunstenaar, zelfs een groot kunstenaar kan zijn en dat toch misschien zijn oordeel volkomen waardeloos is!
Zo wist de listige Mctternich de in wezen revolutionaire jonge kunstenaars zijner dagen in wat ze hielden voor hun poëtisch en artistiek katholicisme te vleien en aan de oogmerken van zijn reactionair-politiek katholicisme dienstbaar te maken!
En dit misverstand is al zo oud. Reeds de Italiaanse humanisten van de veertiende eeuw heeft men nationalistische motieven toegedicht, en na hen de Duitse humanisten van de achttiende eeuw opnieuw. Inderdaad heeft Petrarca voor het Italiaans en Lessing voor het Duits gestreden, maar dit beduidde daarom nog geen nationalisme.
Tegen de collectiviteitsgeest der middeleeuwen, die aan allen dezelfde uniformiteit wilde opdringen, weerde zich het humanistisch individualisme. Tot die uniforme gebruiken behoorde ook het algemeen (‘katholiek’) gebruik van het Latijn. De humanist nu wilde noch het algemene dogma, noch de algemene zienswijze, noch de algemene zede, noch de algemene taal. Tegenover zede, dogma, zienswijze stelde hij zijn persoonlijke levensbeschouwing en tegenover de gangbare taal zijn persoonlijke taal. Nu kan het individu, althans in eigen schatting, eigen zede, dogma en zienswijze hebben, maar geen eigen taal. De taal die hem als ‘eigen’ aandoet, is uiteraard de taal van zijn omgeving, stam of land. Zo krijgt de strijd voor eigen taal ten onrechte het aanzien van een strijd voor de landstaal en kan aldus door het nationalisme worden uitgebuit. Doch de strijd der humanisten voor het Italiaans en tegen het Latijn was nimmer de strijd tegen een overheersend Latijns ras —dat immers niet bestond —maar tegen een opgedrongen, geestelijke uniformiteit.
Op dezelfde wijze streden de Duitse humanisten tegen de alleenheerschappij van de Franse geest en de Franse kunstvormen in de letterkunde, en evenmin tegen de dreigende overmacht van de Franse natie. Ook zij eisten met individualistisch gevoel van eigenwaarde recht op voor eigen inzicht en opvat-
192