Maar in dc woorden zelf zit het nimmer, enkel in de associatie met datgene, waarvan het gebruik dier woorden als symptoom gelden kan: snobisme, verwaandheid, onverschilligheid, onbegrip, poenigheid, pronkzucht, al datgene, dat de denker en de met hem verwante, de humanist, een gruwel is.
Tot de zeer weinigen die ten onzent het zogeheten ‘taalbederf’ bestrijden zonder nationalistische nevenbedoelingen, behoort de zich noemende ‘Charivarius’. Hij toornt o.a. tegen de hedendaagse naamafkortingen. Hij roept de afgekorte toe: ‘Vecht voor je naam en luistert naar die kokhalsklanken niet’. Hij denkt dat hij dit bedoelt, maar hij bedoelt heel iets anders. Het volk doopt zijn kinderen Apollonia, Margaretha, Cornelia, Geertruida, Hendricus, Bartolomeus en Cornelis, maar het noemt ze Kee en Jans en Pleun en Griet en Hein en Kees en Bart. Vindt Charivarius, vindt iemand dat ‘kokhalsklanken’? Geenszins. Bij gelegenheid zullen ze ‘ldoek’, ‘stoer’, ‘gespierd’, ‘pittig-IIollands’ heten, als de kleine luijden maar eens smaak in Paul en Lucy en Arthur en andere uitheemse rijkeluisnamen mochten krijgen. Toch zijn het allemaal verfoeilijke afkortingen. Waarom prikkelen ze ‘Charivarius’ dan niet en maken Oot en Mik en Roet en Pan en Tics en Puck en Duks hem woest? Waarom spoort hij Oot en Mik en Duks en de rest wel aan ‘te vechten voor hun naam', doch Trui en Kee en Piet en Hein helemaal niet? Of zouden die eerstgenoemde dan inderdaad ‘kokhalsklanken’ zijn? Wclneen immers! Neem nu eens ‘Mik’. Stel u voor, dat de dorpsbakker in plaats van ‘Mik met krenten’ gaat adverteren ‘Pendeluks’. Wat een glorie voor Mik, voor het, ‘hartige, pittige, echt Hollandse naar-de-ouderwetse-bakkersoven-geurende “Mik”’.1 En dan krijgt ‘Pendeluks’ ervan langs. Maar ‘Pendeluks’ heeft ook niets gedaan. Doch ‘Mik’ associeert zich alsdan met wat (tegelijkertijd helaas!) het ideaal is van de conservatieve, nationalistische bourgeois en van de poëtische dweper: de gemoedelijke, in zijn eigen stand tevre-
1
Heeft niet dezelfde letterkundige, die voor de d in ‘thands’ en ‘althands’ pleitte, deze woorden van een fijn verende gereserveerd voorname klank genoemd? F.n een ander ‘Rijkert’ een naam vol vreugde en rijkdom? Rijkert, je loopt in de kijkert!