interpreteren, een trek ziet men. ‘Dit gaf mij aanleiding het denkbeeld op te vatten.’ ‘Onze beurzen konden het niet betalen.’ ‘Een sympathieke, bescheiden, goedhartige figuur.’ ‘Figuur’ duidt op een impressie, op een visie, men kan dus van een sympathieke en bescheiden, maar nooit van een goedhartige figuur spreken. ‘Zij vermaakten zich ten koste van ganzen en varkens.’ Bedoeld is: met het lijden van... Zich vermaken ten koste van... is alleen: zich vermaken door een ander belachelijk te maken. ‘Hij bracht zijn veiligheid in gevaar.’ ‘Fragment uit een te verschijnen boek’ (een koe die zal grazen, is dus: een te grazen koe?!). ‘Hij zette de voet op Britse grond.’ Bij het metaforisch ‘de voet zetten’ hoort het metaforisch ‘grondgebied’, niet het letterlijke ‘grond’. ‘De zaak bereikte een hoge vlucht.’ ‘Als je prijs stelt op mijn kostbaar leven.’ ‘Weshalve hij zijn vrouw daarmee niet in kennis stelde, had een diepe grond.’1 ‘Zijn wanhoop had plaats gemaakt voor kalmte.’ ‘Hij werd beurtelings rood en wit’ (radijs). ‘Uit het kistje nam haar hand.’ Een mens neemt, een hand niet, immers nemen omvat veel meer dan grijpen. ‘De over het geheel voortreffelijke vertoning.’ ‘Over het geheel’ duidt op een gemiddelde en een gemiddelde dat ‘voortreffelijk’ oplevert, is ondenkbaar. ‘Dusdanige aanwijzingen, welke kunnen leiden...’ (bedoeld is ‘zodanige’, ‘dusdanig’ slaat op iets dat vooraf is gezegd). ‘Een kostbaar bezit aan numismatieke zeldzaamheid.’ ‘Enige hunner zeden’ (‘zeden’ telt men niet, zij vormen een complex). ‘De klant van het gehalte dat zich een woninginrichting laat maken.’ Bedoeld is: ‘soort’; ‘gehalte’ wordt gedachteloos tot collectief gemaakt. ‘In mijn tegenwoordigheid verkies ik dit niet te horen.’ Alsof men kon horen, als men er niet bij was. ‘Die geschriften ademen een anti-Duitse strekking.’ ‘Ademen’ kan men zeggen van ‘geest’, dat adem betekent. ‘De aan vrees grenzende achting’. Vrees grenst evenmin aan achting als Holland aan Rusland —‘Duitsland’ en ‘ontzag’ liggen er respectievelijk tussen. ‘De instrumenten moeten deels vervangen, deels aange-
1
Over voorzetsel- en voegwoorden-wee, het gehansel met mits, overmits, vermits, tenzij, hetzij, dan wel etc. zal ik verder maar zwijgen.