is voor de mens een dubbel probleem, het ontplooit zich als een ‘ethische’ en als een ‘intellectuele’ strijd.
In Vrometheus kwam uiteraard — immers is het boek een historie van de worsteling tussen Macht en Recht — de ethische zijde het meest op de voorgrond, in het thans aangevangen werk, dat een historie van dwaling en verdwazing, van begripsverwarring en spraakverwarring wil zijn, zal de intellectuele zijde het meest naar voren komen, ofschoon, naast de strijd tussen Zin en Onzin, die tussen Recht en Onrecht, niet onbesproken kan blijven. En zo geef ik dan als een grondformule uit het voorgaande afgeleid, en waaruit het volgende zal volgen:
De Wijsheid is de vijand van de Levensdrift.
Voor onze eigen intellectuele werkzaamheid is dit inzicht van het grootste belang. Het besef dat de Levensdrift aanhoudend het denken weerstreeft, vertroebelt, verstoort, kan niet nalaten ons jegens ons eigen oordeel, jegens onze gevolgtrekkingen en onze conclusies de meest nauwlettende argwaan in te boezemen. Zijn ze inderdaad de uitkomsten van de Rede, of zijn ze mogelijk de influisteringen van de Levensdrift? Wat zich aandient als het eerste blijkt maar al te vaak, nader onderzocht, het laatste. En voor die controlerende werkzaamheid bezitten we al weer niets anders dan diezelfde door de levensdrift aanhoudend weerstreefde Rede!
Eindeloos zijn de middelen waarmee de Levensdrift in de mens de Rede keert. Niemand kan ze kennen, want niemand kan ze opheffen, daar niemand tot de zelfopheffing in het denken kan komen, dit toch ware het Absolute te begrijpen d. i.: te zijn. Er bestaat dan ook wel geen ijdeler pretentie, dan deze, dat men ‘Zuivere Rede’ beoefenen kan. En toch vermag dit besef al weer niet te weerhouden van de drang de zogeheten uitspraken van de Rede (oordeel, mening, opinie, argument) te ontmaskeren als influisteringen van de Levensdrift.
Niet volkomener en niet beter is het menselijk lichaam toegerust om de vernietiging (opheffing) door ziekte en dood te weren, dan de menselijke geest het is om de opheffing (vernietiging) door zuiver inzicht en recht begrip te weren.
Tegenover de weerbaarheid tegen bacillen en gift, het uit-
14