bedrog’ verschilt geheel en al van de meeste overige. Het groter schijnen van een wit dan van een even groot zwart vierkant e.d. berust op fysiologische, het eerstgenoemde echter op een psychologisch verschijnsel.
De groeperingsdriff in het algemeen, het nationalisme in het bijzonder verwacht, onder beheersing van de ‘preconceived idea’, dat het elders anders is dan in het eigen land, verwacht het afwijkende en ziet dus het afwijkende. Het vindt daarbij nog krachtige steun in het vanzelfsprekendheidsgevoel tegenover eigen zeden en gewoonten, waardoor ook het bijna volkomen overeenkomstige als afwijkend wordt gevoeld.
‘Pourquoi trouvez-vous Shahabariem presque comique et vos bonshommes dePort-Royal si sérieux? Pour moi, M. Singlin est funèbre a cóté de mes éléphants. Je regarde des Barbares tatoués comme étant moins antihumaines, moins spéeiaux, moins cocasses, moins rares que des gens vivants en communs et qui s’appellent jusqu’ a la mort “Monsieur”.’
Aldus verweert zich Flaubert tegen de door Sainte-Beuve ge-uite bezwaren tegen Salammbó. Niet alleen, zegt hij, is er in zijn schildering van Carthago niets overdrevens, maar al dat barbaarse, onlogische, ongerijmde en ook curieuze en belangwekkende kunnen we dagelijks om ons zien.
Inderdaad! Van alles wat men heel pompeus en interessant krijgt te lezen of te horen over ‘uitheemse zeden en gewoonten’ kan men zonder veel moeite de tegenhangers vinden in eigen ‘zeden en gewoonten’. ‘De kostbaarheid en het gewicht van dit versiersel der Batakvrouwen hangt samen met de welstand van de man.’ Hoe interessant! Is er wel ergens een land, waar de kostbaarheid en het gewicht van de versierselen der vrouwen niet samenhangt met de welstand van de man? Het zogeheten Japanse thee-ceremonieel, tot keeluithangens toe beschreven en met lichtbeelden toegelicht, is niets curieuzer, niets ceremoniëler dan het Amsterdamse visites-rijden: ‘De knecht verlaat het rijtuig, zijn meesteres geeft hem een vierkant stukje karton, waarop haar naam en die van haar echtgenoot is gedrukt, uit een daartoe speciaal bestemd foedraal; voorzichtig vouwt zij vooraf met duim en wijsvinger, die dikwijls als de gehele overige hand met dierevellen zijn bekleed, in de linker
158