mentrekken tot reer zoals men met teder doet tot teer en zowaar zelfs met rede tot ree. Hoe dwaas zou naast ‘somtijds' voor ‘op sommige tijden’ het gebruik van ‘somplaats’ voor ‘op sommige plaatsen’ aandoen, of ‘welzingend’ en ‘welbezangd’ naast ‘welsprekend’ en ‘welbespraakt’. Wijzig de in het vorig hoofdstuk opgesomde ongerijmdheden en inconsequenties op de basis van ‘analogie’ en ‘raisonnement’ en zie wat soort Hollands ge krijgt. De uit het buitenland afkomstige zogenaamd Hollandse circulaires en handelsaanbiedingen, die zo nu en dan in de bladen aan de spot van Neerlands volk worden prijsgegeven, zijn op die basis niet dwazer en ongerijmder dan de taal die ‘zuiver Hollands’ heet. Wat smalen ze op het Engelse ‘ik kan u elke genoegdoening geven’ voor ‘ik kan aan al uw verlangens voldoen’. Maar de uitdrukking ‘Ik wil u in elk opzicht behulpzaam zijn’? Er is geen enkele als dwaas en krom uitgekreten misvertaling waarvoor de ‘zuivere’ Hollandse taal niet een analoge constructie bevat. Waarom zouden Michel-Angelo en Da Vinei geen ‘onverbeterlijke genieën’ heten? Hun werk mag men ‘onverbeterlijk’ noemen. Doch hoe lachwekkend klinkt ‘onverbeterlijk genie’. ‘De man werd beboet wegens overschrijding van de patentwet’ klinkt allerdolst. Toch is tussen overschrijding en overtreding (schrede en trede) geen wezenlijk verschil. Maar men mag nu eenmaal alleen in bepaalde gevallen van overschrijden spreken. ‘Ergens overheen stappen’ is dan weer heel wat anders. ‘Iemand biedt zich aan in de eigenschap van secretaris’, staat allerakeligst. ‘Hoedanigheid’ moet het immers zijn. Maar de beide woorden dekken elkaar bijna volkomen, juist alleen in dit geval niet. ‘Uit-name’ voor uitzondering staat barbaars en zou toch aan het analoge ‘uitnemend’ meer zin kunnen geven. Hoe dwaas is tegenover dit alles het voortdurende incidentele beroep op ‘analogie’ en ‘raisonnement’, waarmee het nationalistisch purisme zijn tol aan redelijkheid en wetenschappelijkheid meent te betalen.
En denken we dan ook eens even, van taalzuiverheid gesproken, aan de zegeningen der ‘volksetymologie’. Sennabladen worden stomweg zenuwbladen, doopceel het idiote doopzegel, een voorvader verandert in gort en een paard in een koe. Sterk
144